woensdag 27 februari 2013

Strandjanet en Don Juan


Ik ben de voorbije drie dagen gaan werken in het ziekenhuis. Mama’s zo goed mogelijk proberen te begeleiden, luisteren naar de uitleg van dokters, vragen stellen in mijn gebrekkig Spaans,… Het is heel moeilijk om in het Sotomayor ziekenhuis een bevalling zelfstandig te doen. Of wel komen er Ecuadoriaanse studenten opduiken juist op het moment van de parto, God weet waar ze vandaan komen. Of wel mag je het niet doen omdat het kindje te groot is. Als het dan later gewogen wordt blijkt het een normaal kind te zijn van 3200 gram. Of wel is de vroedman zo breed dat je gewoonweg niet naast hem kan staan tussen de benen van de kraamvrouw.  Of wel bevallen er opeens vier mama’s juist in het halfuurtje dat jij naar een keizersnede bent gaan kijken. Maar ik blijf proberen en blijf steeds vragen of ik de bevalling mag doen. En zit ondertussen al op het mooie aantal van 33 zelfstandige bevallingen in totaal. Dit is een goede vooruitgang en betekent dat ik er nog slechts 7 moet doen. Woehoew.

Zoals ik eerder al vertelde blijft het soms wat zwaar om in dat ziekenhuis te werken, maar daar wil ik het nu even niet over hebben. Ik wil me nu vooral focussen op de goede en grappige dingen die hier gebeuren tijdens zo’n werkweekje. Ik heb voor het eerst overdag gewerkt. Wat een verandering! Nu kon ik eindelijk eens wat communiceren met het personeel daar. Dit lukt ’s nachts echt niet, want dan ligt iedereen te slapen. Dat is best wel een prettig zicht.

Ik heb tijdens deze drie dagen de gele mannetjes, poetsploeg, wat beter leren kennen. Zo is er een geel mannetje dat iedere ochtend heel duidelijk en vriendelijk “goedemorgen” zegt, in het Nederlands. We vonden het wel leuk om zijn Nederlandse woordenschat wat uit te breiden en hebben hem dan maar het woordje “strandjanet” aangeleerd. Dus nu zegt hij steeds “goedemorgen” en als hij dan iets verder weg is zegt hij stilletjes “strandjanet”.

Ook waande ik me af en toe op reggae geel. Enerzijds omdat de zwangeren hier massaal worden aangemoedigd om het lachgas te gebruiken. Eentje had het zodanig geïnhaleerd dat ze er echt high van was geworden. Dit was grappig, tot op het moment dat ze bijna uit het smalle bedje viel en zich moest vastklampen aan mij. Anderzijds was ik precies op een festival beland omdat veel personeelsleden de muziek op hun gsm aanzetten en zo door de gangen lopen met hun gsm in het borstzakje van de oh zo flatterende ziekenhuisuniformen.

De gynaecologen en vroedmannen zijn steeds heel vriendelijk. Ik weet niet of dit komt omdat ik een niña Belga ben, of omdat ze me oprecht intelligent vinden. Ik hoop op het tweede, maar vrees een beetje voor het eerste. Een van hen, Sergio, vraagt steeds of we eens uitgaan en josé babbelt heel graag over zijn vroedkundige aanpak. Blijven luisteren en lachen is de boodschap. Ik hoop dat ik daardoor toch wat vaker een bevalling mag doen. Woepsie, beetje stout misschien!

Nog een vreemde anekdote is dat er in de parto-zaal en in de cafetaria kakkerlakken rondlopen. Hygiënisch is anders zou ik zo zeggen. Ik sprong steeds geschrokken op, maar blijkbaar is het hier al een gekend gegeven. Alle Ecuadorianen bleven uiterst rustig en ongeïnteresseerd.

Ik heb deze week ook voor het eerst mogen hechten! Joepie.. Al zeg ik het zelf, ik vond dat dit best aardig gelukt was. De vroedvrouw gaf veel uitleg en stelde me gerust en de kraamvrouw kloeg gelukkig ook niet over al te veel pijn. Dus thumbs up and rock on!

Op de terugweg naar huis, die tijdens het spitsuur tot twee uur kan duren, heb ik ook een nieuwe Ecuadoriaanse vriend gemaakt. Het was op een overvolle bus. Ik wilde het raampje wat meer openzetten, want het was verschrikkelijk warm. Natuurlijk lukte dit niet zo vlot als gedacht in deze afgeleefde bussen. Hierdoor hielp een man die achter me stond me even. Hiervoor bedankte ik hem, waarna hij met mij begon te praten. Ik kon wel antwoorden, maar enkel met mijn woordenlijst in mijn hoofd die slechts een honderdtal woordjes bevat. Hij vertelde me dat het wel gevaarlijk was in Ecuador en dat als ik iemand nodig had om me te helpen ik hem altijd kon contacteren. Hij vroeg mijn nummer en ik gaf het hem snel om het gesprek zo snel mogelijk af te ronden. Ik had in mijn hoofd dat hij me toch nooit zou sms’en. Grappig en verassend vond ik het dan ook toen ik een halfuurtje later het volgende berichtje las: “Hi Emma, nice to meet you, in anycase that you need help, now you have a friend on me. Nice to meet you! Luis”. Haha ik kon er wel mee lachen. Ik heb dus met andere woorden de 10.000ste Don Juan ontmoet hier in Ecuador.

De volgende zes dagen nemen we vrij. We gaan op uitstap naar Cuenca, en er staat ons een vrijgezellenfeestje te wachten!

Hasta la proxima, Amigos!

Xx Emma

Geen opmerkingen:

Een reactie posten