Ik ben de voorbije drie dagen gaan werken in het ziekenhuis.
Mama’s zo goed mogelijk proberen te begeleiden, luisteren naar de uitleg van
dokters, vragen stellen in mijn gebrekkig Spaans,… Het is heel moeilijk om in
het Sotomayor ziekenhuis een bevalling zelfstandig te doen. Of wel komen er
Ecuadoriaanse studenten opduiken juist op het moment van de parto, God weet
waar ze vandaan komen. Of wel mag je het niet doen omdat het kindje te groot
is. Als het dan later gewogen wordt blijkt het een normaal kind te zijn van
3200 gram. Of wel is de vroedman zo breed dat je gewoonweg niet naast hem kan
staan tussen de benen van de kraamvrouw. Of wel bevallen er opeens vier mama’s juist in
het halfuurtje dat jij naar een keizersnede bent gaan kijken. Maar ik blijf
proberen en blijf steeds vragen of ik de bevalling mag doen. En zit ondertussen
al op het mooie aantal van 33 zelfstandige bevallingen in totaal. Dit is een
goede vooruitgang en betekent dat ik er nog slechts 7 moet doen. Woehoew.
Zoals ik eerder al vertelde blijft het soms wat zwaar om in
dat ziekenhuis te werken, maar daar wil ik het nu even niet over hebben. Ik wil
me nu vooral focussen op de goede en grappige dingen die hier gebeuren tijdens zo’n
werkweekje. Ik heb voor het eerst overdag gewerkt. Wat een verandering! Nu kon
ik eindelijk eens wat communiceren met het personeel daar. Dit lukt ’s nachts echt
niet, want dan ligt iedereen te slapen. Dat is best wel een prettig zicht.
Ik heb tijdens deze drie dagen de gele mannetjes,
poetsploeg, wat beter leren kennen. Zo is er een geel mannetje dat iedere
ochtend heel duidelijk en vriendelijk “goedemorgen” zegt, in het Nederlands. We
vonden het wel leuk om zijn Nederlandse woordenschat wat uit te breiden en
hebben hem dan maar het woordje “strandjanet” aangeleerd. Dus nu zegt hij
steeds “goedemorgen” en als hij dan iets verder weg is zegt hij stilletjes “strandjanet”.
Ook waande ik me af en toe op reggae geel. Enerzijds omdat
de zwangeren hier massaal worden aangemoedigd om het lachgas te gebruiken. Eentje
had het zodanig geïnhaleerd dat ze er echt high van was geworden. Dit was
grappig, tot op het moment dat ze bijna uit het smalle bedje viel en zich moest
vastklampen aan mij. Anderzijds was ik precies op een festival beland omdat
veel personeelsleden de muziek op hun gsm aanzetten en zo door de gangen lopen
met hun gsm in het borstzakje van de oh zo flatterende ziekenhuisuniformen.
De gynaecologen en vroedmannen zijn steeds heel vriendelijk.
Ik weet niet of dit komt omdat ik een niña Belga ben, of omdat ze me oprecht
intelligent vinden. Ik hoop op het tweede, maar vrees een beetje voor het
eerste. Een van hen, Sergio, vraagt steeds of we eens uitgaan en josé babbelt
heel graag over zijn vroedkundige aanpak. Blijven luisteren en lachen is de
boodschap. Ik hoop dat ik daardoor toch wat vaker een bevalling mag doen. Woepsie,
beetje stout misschien!
Nog een vreemde anekdote is dat er in de parto-zaal en in de
cafetaria kakkerlakken rondlopen. Hygiënisch is anders zou ik zo zeggen. Ik sprong
steeds geschrokken op, maar blijkbaar is het hier al een gekend gegeven. Alle Ecuadorianen
bleven uiterst rustig en ongeïnteresseerd.
Ik heb deze week ook voor het eerst mogen hechten! Joepie..
Al zeg ik het zelf, ik vond dat dit best aardig gelukt was. De vroedvrouw gaf
veel uitleg en stelde me gerust en de kraamvrouw kloeg gelukkig ook niet over
al te veel pijn. Dus thumbs up and rock on!
Op de terugweg naar huis, die tijdens het spitsuur tot twee
uur kan duren, heb ik ook een nieuwe Ecuadoriaanse vriend gemaakt. Het was op
een overvolle bus. Ik wilde het raampje wat meer openzetten, want het was
verschrikkelijk warm. Natuurlijk lukte dit niet zo vlot als gedacht in deze
afgeleefde bussen. Hierdoor hielp een man die achter me stond me even. Hiervoor
bedankte ik hem, waarna hij met mij begon te praten. Ik kon wel antwoorden,
maar enkel met mijn woordenlijst in mijn hoofd die slechts een honderdtal
woordjes bevat. Hij vertelde me dat het wel gevaarlijk was in Ecuador en dat
als ik iemand nodig had om me te helpen ik hem altijd kon contacteren. Hij vroeg
mijn nummer en ik gaf het hem snel om het gesprek zo snel mogelijk af te
ronden. Ik had in mijn hoofd dat hij me toch nooit zou sms’en. Grappig en
verassend vond ik het dan ook toen ik een halfuurtje later het volgende
berichtje las: “Hi Emma, nice to meet you, in anycase that you need help, now
you have a friend on me. Nice to meet you! Luis”. Haha ik kon er wel mee
lachen. Ik heb dus met andere woorden de 10.000ste Don Juan ontmoet hier in
Ecuador.
De volgende zes dagen nemen we vrij. We gaan op uitstap naar
Cuenca, en er staat ons een vrijgezellenfeestje te wachten!
Hasta la
proxima, Amigos!
Xx Emma
Geen opmerkingen:
Een reactie posten