Na de eerste stageweek heb ik enorm genoten van het
weekendje vrij. We hebben het heel rustig gehouden. Het was heerlijk om op ons
gemak uit te slapen en te ontbijten met een lekkere batidos (een verse
fruitmilkshake) in la rotonda. We zijn overdag samen met Martine naar een
armere buurt van Guayaquil getrokken om daar een organisatie van een
Nederlandse vrouw te gaan bezoeken. Zij heeft samen met haar man een medisch
centrum opgericht, waar armere mensen terecht kunnen. In dat centrum (“la
sonrisa naranja”) komen ook zwangere vrouwen voor prenatale controles. Het is
een mooi centrum en binnenkort mogen we hier ook wat voorlichtingslessen komen
geven. Wij hebben namelijk een sponsoring gekregen van 1000 condooms en hebben
zelf brochures gemaakt om de menstruele cyclus en het gebruik van condooms toe
te lichten aan de plaatselijke bevolking. Wij hopen hiermee toch wat mensen te
bereiken en op die manier vragen te kunnen beantwoorden om
tienerzwangerschappen te voorkomen.
Toen we ’s avonds thuiskwamen besloten we om toch eens even onze
kleren in de wasmachine te gooien. Helaas is de was doen hier iets heel anders
dan in België. Fragiele stofjes, onderbroeken en topjes met spaghettibandjes
mogen niet in de machine. Anders zouden ze er helemaal gescheurd uit komen.
Gelukkig ook maar dat we deze kleren niet in de machine hadden gestoken, want
inderdaad onze handdoeken en stagepakken kwamen er heel stijf uit, het zachte,
pas gewassen gevoel was verdwenen. Dan moesten we onze topjes en onderbroeken
maar met de hand wassen. Dit had ik nog nooit gedaan. En geloof me, het is
moeilijker dan je denkt. Ik voelde me precies in Bokrijk. En ik denk dat ik
hier nog wat op zal moeten oefenen ook, want echt fris gewassen ruiken mijn
kleren ook niet echt. Ik besef hier elke dag meer en meer dat ik in België echt
een luxeleventje leid.
De dag erna zijn we ons ticket naar de Galapagos eilanden
gaan boeken. We hebben een hele goede deal kunnen vastkrijgen. We zullen daar
gaan zwemmen tussen haaien, snorkelen tussen de vissen en de zeehonden, het
reuzenshildpadden fok centrum bezoeken, een uitgestorven vulkaan bekijken,..
Na twee dagen uitrusten en de eerste indrukken verwerkt te
hebben moesten we weer gaan werken in
het ziekenhuis. Gelukkig moesten we maar twee dagen werken deze week. Ik had
weer nachtshiften. Dit is hier wel heel vermoeiend omdat je 15 uur weg bent van huis. We moeten al om 16.30 de metrovia nemen om voor het donker
aan te komen in de Sotomayor. De buurt rond het ziekenhuis is blijkbaar nogal
gevaarlijk. Dus mogen we er niet rondlopen als het donker is. Hetzelfde geldt
voor de dag erna. We mogen pas vertrekken in het ziekenhuis om kwart voor zeven,
omdat het dan pas licht wordt. Gelukkig waren het twee hele drukke nachten in
het ziekenhuis. We hadden onze handen meer dan vol. Misschien is het dan toch
waar als men zegt dat er meer kindjes met volle maan geboren worden.
Het waren wel weer twee hele heftige dagen. Ik heb weer heel
veel schrijnende dingen gezien. Dingen die soms wat moeilijk zijn om te
verwerken. Dingen die soms echt tegen mijn principes zijn. Ik mag van geluk
spreken dat ik deze buitenlandse stage mag doen met drie fantastische
medestudenten waarbij ik af en toe mijn hart kan luchten over de dingen die we
meemaken in het ziekenhuis. We merken het allemaal dat we dat uurtje (of
waarschijnlijk nog veel langer) praten over het ziekenhuis heel erg nodig
hebben.
Britte merkte daarnet op dat ik al bijna evenveel dode
kindjes heb gezien als bevallingen die ik zelf heb mogen doen. En inderdaad, ik
heb er hier al heel wat gezien. Ook heb ik al heel veel complicaties gezien. Zo
kwam er deze nacht een vrouw binnen die echt vel over been was. Ik heb zelfs op
TV of op foto’s op internet nog nooit zo’n ernstige anorexia patiënt gezien. Ik
blijf het ook heel erg vinden om meisjes van 17 jaar te zien die voor de tweede
keer komen bevallen.
Gelukkig trek ik me wel op aan de mooie dingen. Het is
heerlijk om te horen dat de kraamvrouwen je bedanken als je net hun bevalling
hebt gedaan. Of als ze “gracias, mi amor” zeggen wanneer je alleen maar hun
hand hebt vastgehouden en een beetje een rugmassge hebt gegeven om de pijn van
de contracties te verminderen. Dan trek je je er niets meer van aan dat de
vroedvrouwen je uitlachen omdat het hier niet de gewoonte is om de mama’s te ondersteunen
en te begeleiden tijdens de arbeid.
Ook heb ik gisteren een hele lieve vroedman leren kennen.
Manolo heet hij. Hij was heel blij dat we de vrouwen zo goed probeerden te
begeleiden. Hij gaf heel veel uitleg en was geïnteresseerd bij alles wat wij
vertelden over België. Manolo gaf me spontaan een steriele handschoen en ik mocht
de vrouw vanaf negen centimeter tot aan de bevalling helemaal begeleiden en helpen
bij de start van het persen. Dit is hier in Ecuador meestal geen taak voor de Belgische
studenten. Toen hij klaar was met zijn shift kwam hij ons nog persoonlijk gedag
zeggen en wenste hij ons nog veel succes met onze verdere shift. Dit is echt
een vroedman naar mijn hart, zo begaan dat hij was met zijn patiënten.
Mijn bevallings-teller staat trouwens voorlopig op 30
zelfstandige bevallingen. Nog tien te gaan dus en dan kan ik officieel in juni
afstuderen als vroedvrouw. Dit is echt een heerlijk vooruitzicht!
Het was weer een vermoeiende werk’week’. Gelukkig kunnen we
nu weer even alle stoom afblazen. We zijn deze avond uitgenodigd om mee te gaan
dansen in een club met de vrienden van Erick. Ik heb er zin in. We kennen
ondertussen ook al wat hippe liedjes zoals: “yo no quiero aqua, yo quiero
bebidas”. Snel even een kleedje aandoen, want de Ecuadorianen zullen wel weer
salsa willen dansen.
Lieve vrienden, ik vind het zelf vreemd, maar ik heb gewoon
geen tijd om jullie te missen. Ik heb het hier echt enorm naar mijn zin.
Tot binnenkort!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten