zondag 31 maart 2013

Piedra de Agua


De voorbije week was weer een zware werkweek. We moesten namelijk een efforteke doen om onze komende twee weken vakantie te kunnen veroorloven. Natuurlijk heb ik tijdens deze werkweek weer allerlei dingen gezien en gedaan.

Zo heb ik, zoals jullie ondertussen waarschijnlijk wel weten, mijn befaamde veertigste bevalling gedaan. De grootste last van mijn stage verloskamer is met andere woorden deze week van mijn schouders gevallen. Deze gebeurtenis zijn we met z’n allen gaan vieren door bij de ‘thank God it’s Friday’ te gaan eten en naar “les miserables” in de cinema te gaan kijken.
  
Verder heb ik deze week nog twee andere bevallingen gedaan. Eentje  ervan is wel echt een speciale bevalling geweest. Het was een vijfde kindje voor de mama, het vijfde meisje. Het moet volgens mij verschrikkelijk moeilijk geweest zijn voor haar om namen te kiezen voor haar dochters, zeker als je weet dat ze hier steeds twee voornamen krijgen. Ze was al enkele uren in arbeid, en de arbeid kwam niet echt op gang. Ze bleef een beetje sukkelen rond de twee centimeter ontsluiting. Ik had al schrik dat dit weer een van de mama’s zou worden van de dag die zonder reden een keizersnede zou krijgen (gewoon omdat de studenten gynaecologie hier hun keizersneden nog moeten oefenen). Maar gelukkig stond de vrouw twee uur later dan toch op volledige ontsluiting, jaja ineens was het heel snel gegaan. Het was mijn beurt om de bevalling te doen dus ik haastte me naar de verloskamer. Ik zette me snel steriel. En wat een geluk, want twee seconden later was het kindje al geboren. Ik had heel veel geluk dat ik de enige was die steriel stond. Hierdoor kon ik de bevalling helemaal alleen doen, zonder handen van vroedvrouwen in de bevallingsarea. Op die manier was mijn 42ste bevalling ook al binnen. De vroedvrouw, die normaal de bevalling mee zou komen doen, bedankte me achteraf echt persoonlijk. Ze zei dat ik het heel professioneel gedaan had. Daar was ik uiteraard wel heel blij om.

Ook zijn er natuurlijk weer wat schrijnende dingen gebeurd. Zo moest Eva een bevalling doen van een doodgeboren kindje. Ik was op dat moment de mama aan het aanmoedigen om te persen en goed te ademen. Toen het baby’tje geboren was, en ik zag dat het er wat slapjes bij lag begon ik uit reflex meteen over het rugje te wrijven en het kindje goed af te drogen. Hierop zei de vroedvrouw dat dit geen zin had want dat het kindje al dood was. Dit was wel even een hard moment. Het is echt niet fijn om zo’n bevalling mee te maken zonder dat je erop voorbereid bent. Hierna heb ik nog een hele tijd met de mama gebabbeld. Ik probeerde haar gerust te stellen en ze had veel vragen over hoe haar kindje eruit zag, die ik zo goed mogelijk probeerde te beantwoorden. Ik ben nog aan de vroedvrouw gaan vragen of de mama haar kindje eventjes mocht zien. Helaas was het antwoord neen en moest de mama zich een beeld vormen over haar kindje met de uitleg die ik haar had proberen te geven.

Deze week lag er op de neonatologie een kindje met een open ruggetje. Dat doet wel pijn om het daar te zien liggen. Ik hoop steeds dat zo’n kindjes hier voldoende kansen zullen krijgen. En vaak vrees ik daar een beetje voor omdat ik weet dat het de armste mensen zijn die op deze afdeling van de Sotomayor komen bevallen. Ook heb ik deze week het grootste en dikste kindje ooit tijdens mijn opleiding tot vroedvrouw gezien. Het was echt enorm. Zelfs de pediater moedigde ons aan om foto’s te trekken , omdat het zo’n groot kind was. Het jongetje, of zal ik zeggen de jongen, paste amper in de pampers. Ook had deze pasgeborene heel erg lang haar, de pediater had dit haar naar achter gelegd, waardoor het leek dat er enorm veel gel in zijn haartjes waren gesmeerd. Eigenlijk was het een beetje een monstertje, al weet ik dat ik zo’n dingen niet mag zeggen.. oepsie.

Vrijdag zijn de ouders van Sien aangekomen. Het is heel fijn om Sien zo te zien stralen. Ze hadden allerlei Belgische lekkernijen mee. Zo hadden ze paaseitjes meegebracht, wat wil zeggen dat we toch een beetje Pasen op z’n Belgisch kunnen vieren, joepie! Ook hadden ze Blikjes Stella Artois mee. Die hebben we meteen in de frigo gezet en we zullen ze opdrinken op Sien haar verjaardag, mmmh heb al zin in een fris pintje.

Zaterdag zijn Britte, Eva en ik naar een thermen & spa complex geweest in Baños de Cuenca. Het was een beetje vreemd om ons vierde reismaatje niet mee te hebben, maar we gunnen haar de tijd met haar familie zeker en vast. Aangekomen bij de thermen, Piedra de agua, werden we heel goed ontvangen. Eerst en vooral mochten we wat stoom afblazen in een hamam. Hierna werden we door het personeel begeleid naar een rode modderpoel. Met deze modder moesten we ons helemaal insmeren en we mochten dit 15 minuten laten intrekken. Heel erg fijn. Hierna voelde ons huidje al meteen als babybilletjes aan, fantastisch.




Hierna moesten we hetzelfde doen in een blauwe modderpoel. Ploeteren in een modderbadje is best wel ontspannend, dat kan ik je na dit dagje wel verzekeren. En het doet oh zo goed aan je huid. Ik kon niet stoppen met over mijn wangen te wrijven, beetje vreemd he. Na de blauwe modderpoel mochten we naar een heet ondergronds bad. Waarna we mochten afkoelen, of eerder gezegd even bevriezen in een nabij gelegen ijskoud badje. De mooie omgeving en de liedjes maakten het helemaal af. Heerlijk ontspannen in een warm bad met José Gonzalez met Heartbeats (ja, Chloé, natuurlijk heb ik toen aan jou gedacht). Hierna werden we meegenomen naar een stoomruimte. Hierbij moesten we in een hokje gaan zitten met ons hoofd uit het hokje.. wel een vreemd zicht hoor, maar het was heel erg relaxerend. Vervolgens konden we genieten van de verschillende warmwaterbaden in open lucht. Het was niet zo schitterend weer, maar de koude regen was wel heel erg aangenaam terwijl we in de warme baden zaten te genieten.



Een beetje later kwam er een Ecuadoriaans dametje ons roepen voor de massage. Dat was nu is echt geweldig. Het deed zo’n deugd. Even alle spieren masseren.. Genieten geblazen. Soms was het vrouwtje wel een beetje bang als ze weer een van mijn  vele botjes hoorde kraken. Maar de mensen die mij kennen zullen wel weten dat dit een normaal gegeven is bij mij. Ik ben nu eenmaal een kraker. En geloof me, het deed echt deugd dat alles terug op zijn plaats gekraakt werd. Geweldig..

Hierna genoten we nog enkele uurtjes in het zonnetje in de warme baden en werden we nog eens extra verwend met een fris glaasje wijn en een verse fruitschotel. ‘s avonds zakten we terug af naar Cuenca om nog even op de marktjes rond te snuffelen. Later op de avond zijn we een heerlijke pastaschotel met scampi’s gaan eten. Dit was de perfecte afsluiter voor de heerlijke ontspandag.





Nu nog een dagje bij Martha aan de taken voor school werken en onze zakken inpakken om dan op vakantie te vertrekken naar de Galapagos-eilanden. Wat kan het leven toch enorm mooi en gemakkelijk zijn.

Tot na mijn reisje, ik zal aan jullie denken!

Xx Ems




dinsdag 26 maart 2013

Mijn VEERTIGSTE bevalling


Dit blogbericht is een heel vroedkundig geladen berichtje. Ik zeg het dus liever op voorhand: beste gevoelige lezertjes, sluit dit venster en doe iets leuk want er komen een paar heftige taferelen aan bod.

Vandaag was het werken geblazen… Hard labeur, maar met een schitterend einde. In de voormiddag heb ik veel aan mijn eindwerk gesleuteld. Veel voor de computer zitten en schrijven dus. Wanneer mijn inspiratie wat afzwakte kon ik gelukkig eventjes pauzeren met mijn roomies om er dan terug op en top in te vliegen. Ik heb wel wat werk kunnen verrichten en ben wel blij met het resultaat. Maar de meesten die mij kennen zullen wel begrijpen dat ik na dit computerwerk heel blij was dat ik kon vertrekken naar het ziekenhuis. Ik zat vol adrenaline en ik popelde om vrouwtjes te begeleiden en om wat bevallingen te kunnen doen.

Aangekomen in het ziekenhuis stond er al meteen een vrouw op bevallen op de hoog-risico afdeling. Ze lag op deze afdeling omdat ze al 27 uur in arbeid was. Je kan je dus wel voorstellen dat dit meisje (21 jaar) heel moe was en dat het een grote inspanning vergde om te persen. Ik moedigde haar dus extra aan, bracht haar een bekertje water en koelde haar wat af met een vochtig doekje. Ze was heel blij dat ik er was want ze had heel veel schrik voor de bevalling. Ik stelde haar gerust, alles zou goed komen. Het kindje lag wel in een posterior positie wat de weeën alleen nog maar pijnlijker maakte en de uitdrijving ook wat bemoeilijkte. Toen het hoofdje geboren werd volgden de schouders niet meteen (schouderdystocie). De vroedvrouw wist niet goed wat ze hier mee moest doen en trok alleen nog maar harder aan het hoofdje. Ik kon gelukkig nog nuchter nadenken en handelde hierdoor snel (benen in hyperflexie en ik gaf wat pubisdruk). Hierdoor kon het kindje snel geboren worden. De mama was heel gelukkig, ze was opgelucht dat haar lange arbeid er eindelijk opzat.

Eventjes later ging ik op de neonatologie afdeling kijken of alles goed ging met dat kindje. De pediaters waren hem nog aan het onderzoeken, maar alles bleek goed te gaan. Omdat het zo druk was op de neonatologie afdeling vroeg een van de pediaters of ik met een ambu kon werken. Ik schrok wel even toen ze me naar een prematuurtje van 29 weken leidde en zei dat ik dat kindje moest beademen. Ik deed dus maar wat ze vroeg, maar zonder veel (lees: helemaal geen) uitleg te geven liep deze pediater al weer naar een ander kindje. Daar stond ik dan met de ambu in mijn handen. Ik wist niets van het kindje. dit was een heel moeilijk moment voor mij. Ik voelde me klein en hoopte dat ik alles goed deed. Gelukkig had ik in België al een stage gedaan op neonatologie en kon ik de monitor (waarop de hartslag en de saturatie af te lezen was) wel beoordelen. Ik duwde met een aanhoudend ritme in de ambu. Helaas daalde de saturatie (percentage zuurstof in het bloed) van het kindje na een half uurtje sterk. Ik riep er een pediater bij en ook zij kreeg de saturatie niet meteen omhoog. Het daalde zelfs tot rond de 49%, wat helemaal niet goed is. Na een kwartier overleggen besloten de artsen op hun dode gemakje om de zuurstoffles, die naast de couveuse stond, misschien eens te vervangen. De saturatie verbeterde een beetje, maar was nog steeds niet optimaal. Nog een half uur later besloten de artsen om Surfactant® toe te dienen, nog steeds op het dode gemakje dus. Nu raakte ik wel even gefrustreerd van de trage ecuadoriaanse mentaliteit. Uiteindelijk stabiliseerde het kindje wel door dit product, en kon het naar de intensieve neonatale afdeling gebracht worden. Ik was opgelucht, maar toch was dit een hele nare ervaring voor mij. Hopelijk moet ik niet meer al te vaak zo’n dingen doen zonder dat er uitleg aan me gegeven wordt. Gelukkig bedankte de pediater me nog en ze schreef op mijn feedback fiche: exellente!

Nog geen half uur later stond er alweer een vrouw op volledige ontsluiting. Ze mocht al beginnen persen op de arbeidskamer. De mama was alweer een jong meisje van 18 jaar, dat haar tweede kindje verwachtte. Steeds wanneer ze een contractie had nam ze me stevig vast in een houdgreep. Een beetje een verstikkend gevoel, maar bon, als ik haar daar mee kon helpen deed ik het met plezier. De vroedvrouw maakte hierbij de opmerking dat de mama haar kindje Emma moest noemen omdat ik haar zo hielp. Maar toen de mama zei dat ze een jongen verwachtte viel dat uitstekende plan helaas in het water. Ze maakte snel vordering en mocht meteen naar de parto-zaal gebracht worden. En nadat ik aan de vroedvrouw vroeg: “puedo hacer el parto?”, mocht ik dan ook deze bevalling doen. Nummer negenendertig was op dat moment binnen en ik kon vol spanning beginnen uitkijken naar mijn veertigste bevalling. Ondertussen hadden Sien en Eva ook hun veertigste bereikt en de volgende bevalling zou dan ook voor mij zijn, joepie.

Na deze bevalling moest ik een andere broek gaan vragen, want mijn broek was wat vuil geworden. Natuurlijk zijn de Ecuadorianen veel kleiner dan ik ben en kwam de ‘lange’ broek dus tot halverwege mijn kuiten. Echt een prachtig zicht moet dat geweest zijn, water in mijne kelder en dan nog met witte sokken. 


Hierna konden we gaan eten. Kan je al raden wat er op het menu stond? Ja inderdaad rijst! Dit keer was er een tong van een koe of iets dergelijks bij. Dit stukje vlees heb ik niet aangeraakt, het zag er verschrikkelijk uit. De rijst begint stilletjes aan wel mijn oren uit te komen hoor. Elke dag staat er arroz arroz arroz op het menu. Ik verheug me al op een lekker patatje als ik terug thuis kom.

ARROZ-ARROZ-ARROZ

Na het eten duurde het niet lang of ik mocht me weer steriel aankleden voor een bevalling. Deze keer zou ik de bevalling samen met de befaamde Blanca doen. Hierbij moet ik toch wel even wat meer uitleg geven. Blanca is een redelijk oude vroedvrouw. Ze is knapper met haar hoofddoekje op dan zonder, wat wel iets wil zeggen want de hoofddoekjes hier zijn echt erg lelijk. Ze stift haar lippen steeds in een knalrode kleur. Aangezien ze toch wel al op leeftijd is, kruipt de kleur een beetje tussen haar rimpels. Ze praat heel snel en onduidelijk en het geluid lijkt een beetje op een piepende muis. Ook lacht ze steeds met haar mopjes, of ja ik denk toch dat het mopjes zijn, want ik versta niks van wat ze zegt. Het geluid dat bij de lach hoort is gewoonweg fantastisch. Het is eerder een soort mhi-mhi-mhi. De andere vroedvrouwen noemen haar steeds blancita. Wij noemen haar liever witje of sneeuwwitje, omdat ze het dan niet doorheeft als we over haar praten (alleen sien vergeet deze bijnaam al eens, en dan is het gênant als ze per ongeluk achter sien tevoorschijn komt). Het is wel een hele lieve vroedvrouw en ze is steeds blij als wij bijvoorbeeld een baby naar de mama brengen of als wij vragen aan haar stellen (helaas verstaan we haar antwoorden wel bijna nooit). Kortom het is een fenomeen hier in de Sotomayor, iemand die ik niet snel zal vergeten.

Het meisje die op bevallen stond was 18 jaar en verwachtte haar tweede kindje. het kindje kwam redelijk snel. Ik was nog bezig met alle steriele doeken klaar te leggen als het hoofdje al kwam piepen. Ik had het al opgegeven om de bevalling te doen en dacht dat ik nog even zou moeten wachten voor mijn veertigste bevalling. Gelukkig was blanca heel vriendelijk en hield ze het hoofdje tegen zodat ik de bevalling kon doen. Ik was zo gelukkig, dit was mijn veertigste bevalling. Toch wel een heel speciaal aantal. De magische veertig betekent dat ik nu mag afstuderen als vroedvrouw. Ja je hoort het, binnenkort stel ik me zo voor: “aangenaam, ik ben Emma, vroedvrouw.”. ik was zo fier als een gieter. Gelukkig dat ik een mondmaskertje aanhad, want ik had een hele brede glimlach, en dat zou er nogal vreemd hebben uitgezien.








Het was wel een speciaal geval hoor, mijn veertigste. Mijn vrouwtje had - doe alsjeblieft je ogen nu toe als je straks moet gaan eten of dergelijke, of als je er niet tegen kan - genitale wratten, waardoor haar huid heel stug was en er lelijk uitzag. Blanca kon ook niet stoppen met te zeggen dat het lelijk was (feo). Blanca riep tegen een van de verpleegsters dat ze twee krukjes moest brengen. En toen zaten we daar; als Kwik & Flupke of Bert & Ernie, tussen de benen van de mama. Ze wilde me namelijk heel goed uitleggen hoe de vrouw gehecht moest worden. De mama had een hele vreemd scheur en daarbovenop nog een episiotomie. Dus we hadden wel wat hechtingswerk voor de boeg. Een uur hebben we daar zo gezeten. Wel fijn voor mezelf, want ik heb veel steekjes mogen plaatsen. Natuurlijk zal dit minder fijn zijn voor de mama. Ik heb met andere woorden al mooiere bevallingen gedaan, maar als vroedvrouw kan je natuurlijk niet voorspellen wat voor bevalling het zal worden. Nu heb ik zo iets toch ook weer meegemaakt he.


Het kindje was een flinke jongen van 3.412 kg en 49 cm. En voor mij betekende deze jongen iets heel speciaal. Ik ben enorm blij dat ik mijn magisch getal bereikt heb en zal me nu nog meer proberen te focussen op de arbeid en de begeleiding van de mamaatjes. Er valt nu echt wel een spanning van mijn schouders.




Aangezien we op dit moment allemaal onze veertig bereikt hebben, hebben we besloten om het morgen na ons werk te gaan vieren. We gaan uit eten bij ‘Thank God its Friday’ en daarna gaan we naar de cinema. 


Sorry voor het vroedkundig bericht, maar ja daarvoor ben ik natuurlijk naar Guayaquil gekomen. Voor jullie lijkt het misschien allemaal een beetje horror, maar voor mij is dit het werk dat ik graag doe. Je zal me moeten nemen zoals ik ben, hihi!

Nog twee dagen werken, en dan begint mijn twee weken durende vakantie. Joepie!

Hasta la proxima, amigos en ik wens jullie alvast een vrolijk Pasen (helaas voor mij dit jaar zonder paaseitjes).

Xx Emma












zondag 24 maart 2013

" Op een onbewoond eiland..."



De tijd vliegt voorbij als je plezier maakt. Dit is een stelling die hier echt de bovenhand neemt. Het is verschrikkelijk hoe snel het allemaal gaat. We hebben al zoveel gezien en meegemaakt, maar we moeten ook nog zoveel doen. Ik heb soms zelfs schrik dat we gewoonweg tijd te kort zullen komen. Binnen twee dagen zit ik al in de helft van mijn avontuur.. Vanaf dan moet ik al beginnen aftellen naar het terugkeren naar huis, daar mag ik nog even niet aan denken.

Dat dit de eerste alinea is van het blogbericht over de voorbije week versterkt alleen nog maar meer hoe plezant het hier is. Ik heb de voorbije week namelijk twee dagen volledig plat gelegen door een buikgriep. Dat was weeral een heel avontuur hier in Ecuador. Plezant zou hier wel degelijk een foute woordkeuze zijn. Ik voelde me maandag al niet zo lekker in mijn vel. Ik had heel weinig fut en ook op stage was ik niet echt in mijn nopjes. Ik moest me echt door de dag heen slepen en mezelf aansporen om een patiënte  te gaan begeleiden (iets wat ik anders zo graag doe). Die nacht vielen alle puzzelstukjes in elkaar. Ik had geen oog kunnen dichtdoen. Ik vertoefde die nacht langer op de badkamer dan in mijn bed. 

De dag erop was het hetzelfde liedje. Ik ging van de badkamer naar mijn bed en terug naar de badkamer. Steeds was ik heel uitgeput als ik mijn bed weer bereikte. Ik had 38.5 graden koorts. In een land waar het gemiddeld 32 graden is is het dan ook onhoudbaar wanneer je koorts hebt. Om de twee uur moest ik onder de koude douche gaan afkoelen. Het was verschrikkelijk. Martha was wel heel lief voor me. Ze wilde me echt helpen, alleen deed ze dit op de “verkeerde” manier. Ze bracht me steeds soep. Dat zou me goed doen. Ja, oké.. Soep met rijst en wortelen en appelen en gemalen eieren zou me echt niet goed doen, geloof me. Toen ze mijn kamer uitliep belandde deze soep dan ook onmiddellijk in het toilet. Alleen de geur al maakte me nog misselijker. Misschien begrijp je me beter met deze kanttekening: Martha maakt iedere dag twee keer soep voor zichzelf. Soms drijven er kippenpoten in, meestal vieze groenten en wanneer ze de soep niet opeet geeft ze deze aan haar drie honden. De geur van haar soep ruikt ook wel eerder naar hondeneten dan naar lekkere soep.

Op zo’n moment kan ik je verzekeren dat je liever thuis uitziekt. Jullie gaan me vreemd vinden met wat ik nu zeg: ik droomde er echt van om in mijn eigen bedje te liggen in België, terwijl het buiten sneeuwde. Ik wou dat papa me warm citroensap met honing bracht of dat Lassad verse muntthee voor me maakte, in plaats van dat ik wortel-appel-ei-rijst-soep moest eten van Martha. Ik wou dat ons mamaatje een koud washandje bracht om me wat af te koelen et cetera.

De volgende dag stond ik vroeg op om nog even een handwasje te doen. Mijn ondergoed raakte weer op, dus het was nodig. Dit was wel even hard labeur, na zo’n zieke midweek. Ik was dan ook heel blij toen het gedaan was en toen ik mijn vers gewassen kleren in het zonnetje kon ophangen. Mijn geluk was wel van korte duur, want onze Hollandse vriendin moest zo nodig mijn onderbroeken op de grond laten vallen. Nee wat zeg ik.. ze moest ze ze nodig in het bakje van het hondeneten laten vallen. En neen, het bakje was niet leeg. Het was gevuld met een van Martha’s heerlijke soepjes.. bah bah bah. Gelukkig zorgde het wel voor hilariteit en waste  Martha uit medelijden even snel mijn onderbroeken uit. 

Na twee dagen goed uitzieken was ik al weer bereid om naar het ziekenhuis te trekken om wat bevallingen te doen. Donderdag was het niet zo’n vruchtbare dag qua bevallingen. Toch maakte ik weer wat grappige taferelen mee. Zo riep er op een bepaald moment een gynaecoloog me (om je te roepen doen ze het teken met hun hand dat wij zouden gebruiken als er iemand moet weggaan, dit op zich bracht me al even in de war). Ik ging naast hem op een krukje zitten om hem goed te kunnen verstaan. En opeens zei hij, terwijl hij naar een vroedvrouw wees: “ella es una heks”. Ik wist niet goed wat hij bedoelde en vroeg: “es neerlandés?”. Hierdoor barstte hij in een schaterlach uit, waardoor ik uiteraard het antwoord wel kende. Vervolgens wees hij naar zijn knie en zei hij met een sappig Spaans accent: “knie”. Hierna wou ik hem aanleren dat obstetricia in het Nederlands vroedvrouw was, maar dat ging zijn petje duidelijk te boven. Er zijn dus toch wat mensen die onze taal willen leren in de Sotomayor.

De dag nadien was het wat drukker op de dienst. Eerst en vooral had ik het heel druk met vrouwen te laten plassen. Ik was precies op een of andere manier gedoemd om 'Mie pipi' te zijn. ik had nog maar net de ene bedpan bij een vrouw verwijderd of ik moest er al een andere onder een andere patiënt plaatsen. Om de beurt staken ze hun hand omhoog om te mogen plassen. Na een tijdje hadden mijn medestudenten ook door wat mijn jobke van de dag was geworden en trachtte Sien om er een wedstrijd van te maken. We moesten om ter meest bedpannen onder vrouwen schuiven, en ze moesten er gevuld terug onderuit komen. Na een eerlijke strijd won ik dan ook met 11 bedpannen. Ik voelde dat ik er wel handiger in geworden was op het einde van de dag en mocht mezelf dan ook ‘koningin van de bedpan’ noemen, waarna ik volgens Sien de gouden bedpan zou winnen. Vervolgens mocht ik die dag ook nog twee bevallingen zelfstandig doen. Het waren mooie bevallingen. Mijn bevallingsteller staat voor het moment op 37. Dit wil zeggen dat het einde nu echt wel in zicht begint te komen en dat ik bijna mijn veertigste bevalling zal mogen vieren, ik kijk er al naar uit! Ik was blij dat ik deze week met deze twee hoogtepunten mocht afsluiten, en zo met een leuk gevoel aan het weekend kon beginnen. 


Tijdens het weekend besloten we om naar Isla Puna te gaan. dit is een eilandje onder Guayaquil. We namen hiervoor de bus naar een verderop gelegen dorpje om daar een bootje te nemen over de zee. Het was een klein motorbootje. Op weg naar het eiland zagen we jan-van-genten (je weet wel die vogels die lijken op meeuwen, met blauwe pootjes), pelikanen en dolfijnen. Het was adembenemend. Het was de eerste keer dat ik wilde dolfijnen heb gezien.Ik zat op de pacifische oceaan, er scheen het zonnetje op mijn bolletje, er heerste een fris briesje,… Ik kan gewoon niet benoemen wat een gevoel dat ritje me gaf. Maar het was geweldig. Ferre, ik begrijp nu wel al wat beter wat jij steeds op zee gaat zoeken. 







Aangekomen op het eiland werden we opgewacht door een zestienjarig meisje dat ons naar onze slaapplaats bracht. Op weg erheen kwamen we veel dieren tegen. Kippen, kuikens, geiten, ezels, varkens, koeien. Ik waande me even op een kinderboerderij. Onze slaapplaats was een houten hutje. Echt wel old school, maar mega vet! Gelukkig waren er muskietennetten aanwezig, want de muggen lusten ons westers bloed nog steeds even graag. Hierna begaven we ons naar het strand. Het was er zalig. Het meisje had samen met haar mama vier hangmatten omhoog gehangen. Tijd om te genieten dus. Ik voelde me net als in het liedje van kinderen voor kinderen: op een onbewoond eiland is het alle dagen feest. Drink met je billen bloot, melk uit een kokosnoot. Op een onbewoond eiland zijn alle dagen fijn, ja ik zou er willen zijn. Dat liedje bleef dan ook heel de dag in mijn hoofd ronddwalen.



 ’s Avonds mochten we gaan eten bij de mama van het meisje. Uiteraard rijst, maar deze keer met heerlijk gebakken vis en banaan. Het was echt heel lekker. Nadien werden we door de hele commune (zo noemden ze zichzelf) uitgenodigd om naar een verjaardagsfeestje te gaan van een 92 jarige vrouw. We kregen al snel een pintje voorgeschoteld en af en toe kwamen er vrouwen langs met zoete snoepjes. Toen de kaarsjes werden uitgeblazen werd dit oude vrouwtje met haar neus in de taart geduwd. Dit is blijkbaar een traditie hier. Apart, maar wel grappig. We hebben een stukje van deze taart na dit gebeuren toch wel wijselijk afgewezen. Toen we later op de avond terug naar ons hutje trokken was het een beetje gokken waar we moesten stappen, want de loslopende dieren hadden uiteraard overal op het eiland hun hoopje uitwerpselen achtergelaten.

’s Nachts werd ik af en toe gewekt door een balkende ezel, door een loeiende koe of door een kakelende kip. Maar ik kan alleen maar zeggen dat dit mijn vakantiegevoel nog completer maakte. Het was geweldig om dit eens mee te maken.

De dag erop mochten we op het strand gaan ontbijten. Een bordje vol gebakken bananen en een eitje stonden er op het menu. Het was heerlijk. Hierna reden we in de laadbak van een pick-up (dit was trouwens een van de dingen op onze to-do-list hier in Ecuador) naar een andere commune op het eiland. Zalig dat frisse zeebriesje en het prachtige uitzicht. We zagen onderweg varkens in de zee, allemaal dingen gewoon omdat het kan.







We wandelden langs de zee en zochten wat leuke steentjes en schelpjes, echt zomergevoel. Langzaamaan had ik precies de noodzaak om me aan te passen aan de eilandbewoners en werd ik even rood als de honderden knalrode krabbetjes op het strand. Een uurtje later kwam de pick-up ons weer halen. We genoten nog enkele uurtjes in de hangmat en zwommen nog wat in zee. 






’s Middags kregen we een lekkere maaltijd met rijst en vis. Hierna kwam de man met de boot ons ophalen om terug naar het vaste land te varen. Het weekend zat er weer al op. Het vliegt oh zo snel voorbij.

Dit was bij uitstek het meest relaxe weekend van mijn Ecuador-avontuur tot nu toe. En het kon niet beter ingepland zijn, na mijn zieke week. Het was weer een ervaring om nooit meer te vergeten! Dit heeft me weer helemaal opgeladen om morgen terug aan de werkweek te beginnen.

Ps: het doet me trouwens echt deugd om soms eens iets van jullie te horen!

Tot snel!!!

Xx Ems!












maandag 18 maart 2013

Montañita, mi amor!



Altijd als ik begin te schrijven aan mijn blogberichtje van de week neem ik me voor om het niet te lang te maken. Toch worden mij berichten steeds langer dan dat ik wil. Ik kan er echt niets aan doen, maar er gebeurt hier gewoon zo veel. Ik begrijp dat er al wat mensen zijn afgehaakt met het lezen van mijn blog. Maar ik blijf schrijven, als is het alleen maar voor ons mama, onze papa en voor mezelf in de toekomst.

Vorige week ben ik samen met de drie andere fantastische ladies weer naar het ziekenhuis getrokken om onze vroedkundige skills bij te schaven. Ik ben ervan overtuigd dat ik heel erg veel dingen bijleer. Ik blijf hier versteld staan van de complicaties die hier aan de lopende band toekomen. Toch blijf ik er bij dat ik nooit hier in het ziekenhuis zou willen werken.

Ik vind het thuis, in België, zo fijn om de moeders te begeleiden, om ze veel uitleg te geven, om de arbeid zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Ik vind het hier bijvoorbeeld echt niet kunnen dat er bij iedere zwangere met 5 cm ontsluiting standaard de vliezen worden gebroken. Ik besef meer en meer dat er in België gekeken wordt naar iedere situatie van elke zwangere apart, alvorens er gehandeld wordt. Dit is de manier waarop ik later ook wil werken. Maar toch moet  ik hier min of meer blijven werken volgens de gewoonten van de Ecuadoriaanse medische staf. En ik voel me er goed bij dat ik door kleine dingen te doen het verschil kan maken voor enkele vrouwen.

Het doet me heel goed om vrouwen die al uren op hun rug liggen af te zien even te masseren en een klein gesprekje te voeren waardoor er, al is het maar voor twee seconden, een glimlach op hun gezicht verschijnt. Ik vind het geweldig om de baby op de neonatologie te gaan halen na de verzorging en ze even bij de moeder te leggen en te helpen bij de borstvoeding. Ik ben er zeker van dat dit de pijn die ze voelen, door het hechten of de curettage, een beetje kan verlichten.

Maar nu genoeg van dat.. tijd om te beginnen aan het weekend. Donderdag zijn we voor het eerst naar de cinema geweest. We zijn hiervoor naar een van de ‘duizenden’ malls geweest in Guayaquil en hebben daar eerst ons buikje rondgegeten. Je kan het je niet voorstellen, maar toen er weer een regenbui de kop opstak regende het zelfs binnen in deze mall. Afwerking nihil zou ik zeggen. Ja weer een regenbui.. deze week zijn er zoveel geweest. het was echt niet zo’n goed weer. Een keertje zijn we van de Sotomayor thuis gekomen, nat tot in ons ondergoed. Wel verfrissend hoor. De film was heel fijn. We zijn naar “The wizard of Oz” geweest. het was slechts 6 dollar voor een 3D versie. Mijn 3D-ontmaagding is dus met andere woorden gebeurd in Ecuador. We waren de enige mensen in de zaal. We hebben ons dan ook uitgeleefd en zijn eerst wat radslagjes en handstanden gaan doen vooraan. Hierna namen we plaats op de stoeltjes. Vreemd en grappig was het toen we gingen zitten en de stoeltjes terug toeklapten, uiteraard met ons ertussen. Je maakt hier wat mee, niet te schatten.

De dag erna was het de trouw van Martine. Ze hebben elkaar leren kennen op de Galapagos eilanden en ze besloten om na twee jaar te trouwen. Het was heel mooi, op z’n Ecuadoriaans uiteraard. Martine zag er stralend uit. De mooiste bruid die aanwezig was in het hele stadhuis. Ze straalde van kop-tot-teen. En dit kan je ook zeggen van Erick. Wauw! 


’s Avonds zijn we gaan eten in het restaurant van de vader van Amelia. Dit is de vriendin van Abraham. Uiteraard stond er arroz op het menu. De papa stond buiten te BBQ’en. We kregen allemaal een heerlijk mals stukje vlees. Lekkerder heb ik het hier nog niet gegeten. Voor mij persoonlijk is dit voor herhaling vatbaar. Een geïmproviseerd restaurantje, in een kraampje op straat, heerlijk die Ecuadoriaanse nonchalance.

Zaterdagochtend vertrokken we naar zee. Ontspannen geblazen. We kwamen aan in de terminal waar er een ellenlange rij stond te wachten om een kaartje te kopen richting Montañita. Bijna twee uur moesten we aanschuiven, hierna drie uur rijden met de bus om dan eindelijk aan te komen in het hippiedorpje. Maar geloof me, het was de moeite waard.

Eerst zochten we een hostelleke. In het tweede waar we binnengingen was nog een kamer vrij. Het was een heel gezellige hostel. Er brandden lichtjes langs de kant van de weg en de muren waren in felle kleurtjes geschilderd. Omdat het niet zo schitterend weer was besloten we om eerst het kleine marktje te gaan verkennen. Er zaten allemaal hippies langs de kant van de weg die zelfgemaakte juwelen verkochten. Wel gezellig hoor. We kwamen voorbij een standje waar ze jugo’s verkochten; heerlijk vers en fris. Ik koos voor de jugo de fresa. Mmm, ik kon er niet genoeg van krijgen dus heb ik er dat weekend ook drie gedronken. Lekker lekker. 





Hierna gingen we toch even naar het strand, want het was onze bedoeling om dit weekend eindelijk een kleurtje te pakken. We hoopten om op die manier toch een beetje minder blank te lijken tussen deze mooi gebruinde Ecuadorianen. Natuurlijk konden we ook op dit strand niet ontsnappen aan de aandacht. Het leverden ons wel een voordeel op: een heerlijk fris pintje. Dat was lang geleden en het smaakte super goed, met mijn voeten in het water kon ik aan niets anders denken dan dat dit wel echt de tijd van mijn leven zal zijn.

’s Avonds spraken we af met 9 andere Belgen. Zij zijn allemaal hier op stage in Guayaquil. Twee van hen kenden we al, omdat het ook studenten vroedkunde zijn die stage doen in de Sotomayor. We besloten om een übergoedkope cocktail (2.50 dollar voor een halve liter) te kopen en op zoek te gaan naar een gratis feestje. Na lang zoeken en ronddwalen op het strand vonden we een fuifje. Uiteraard hielden de Ecuadorianen ons ook hier in het oog. We vielen nu nog meer op, aangezien we met 13 blanken op stap waren. Een voor een moesten we dan ook met de locals een dansje placeren. Ik zweer het, het is moeilijk om ze af te wimpelen. En we zagen er nogal onelegant uit, aangezien niemand van ons kan salsadansen. Gelukkig waren de pintjes (die ze enkel per liter verkopen) hier ook niet zo duur en kwamen we wel wat losser. Het was een hele fijne avond. 






De dag erna was het schitterend weer. We hebben ons op het strand neergelegd, en we zijn er niet meer vanaf gekomen tot we de bus terug huiswaarts moesten nemen. De golven hier waren heel erg wild. Heel plezant. Wel moesten we zonnecrème smeren als een gek, want het zonnetje brandt hier echt enorm. Toen we ’s avonds thuis waren merkten we dat er ondanks het smeren toch nog drie meisjes verbrand waren. Muy rojo! Ik mag me gelukkig prijzen, ik was niet een van hen. Ik ben wel blij dat ik eindelijk een beetje gebruind ben. Er is dus nog hoop dat ik naar Belgica zal terugkeren en dat ik jullie jaloers zal kunnen maken op mijn bronzé kleurtje.

Daarnet hebben we Oreo muffins gemaakt, want Martha was gisteren jarig. En aangezien Oreo hier de specialiteit is konden we het niet weerstaan om ze aan ons recept toe te voegen. Ik ben benieuwd of ze even goed zullen smaken als ze eruitzien.

Nog een paar feitjes:

  • Voor mij went het maar niet dat je hier je toiletpapier niet in de WC mag gooien. Je moet ze in een vuilbakje naast de pot gooien. En daarbij komt ook nog dat het steeds lijkt alsof de WC verstopt zit, want het water komt bijna tot aan je billen.


  •      Ik vind het geweldig dat je zonder gene kan roddelen over de mensen die naast je staan of zitten, omdat ze de taal die we spreken niet verstaan. Dit zal een aanpassing worden als ik terug naar België kom.


  •      Ik vind het super tof dat ik met drie fantastische meisjes op stage ben gekomen naar hier. We lachen ons echt kapot. Ik zal jullie even laten meelachen met enkele domme uitspraken:

o    Britte, onze Hollander: “Is Heineken van Holland?”
o    Emma: “Ei kijk Eva, daar loopt een rat.” , Eva: “Waar?”, Emma: “Ah neen dat is ne mens, ik zag alleen zijn haar.”
o    Sien: “haha voel Emma, mijn vlechtje voelt zoals ne navelstreng!”

  •       Ik hou er van hoe de mama’s in het ziekenhuis hier allemaal op dezelfde toon hun weeën opvangen, “ajajajajaaaaaaj”. Ook zeggen ze steeds dezelfde zinnen: “doctoraaaa, ayuda me!”, “meduele!”, “no puedo!”, en dit een voor een op dezelfde ‘melodie’. Achteraf zeggen ze ook steeds: “gracias, doctora.”.


  •       Het blijft vreemd om zo op te vallen in het straatbeeld. Zelfs de bewakers van de Metrovia weten dat we van België komen en ze weten op welke halte we moeten opstappen en afstappen.



  •       Ook al denk ik vaak aan jullie, ik zou de tijd die ik hier beleef voor geen geld van de wereld willen missen, het is fantastisch!!!


Deze week is het weer werken geblazen.. Nog 5 bevallingen te gaan..

Tot volgende keer schatjes van patatjes!
xx