maandag 18 maart 2013

Montañita, mi amor!



Altijd als ik begin te schrijven aan mijn blogberichtje van de week neem ik me voor om het niet te lang te maken. Toch worden mij berichten steeds langer dan dat ik wil. Ik kan er echt niets aan doen, maar er gebeurt hier gewoon zo veel. Ik begrijp dat er al wat mensen zijn afgehaakt met het lezen van mijn blog. Maar ik blijf schrijven, als is het alleen maar voor ons mama, onze papa en voor mezelf in de toekomst.

Vorige week ben ik samen met de drie andere fantastische ladies weer naar het ziekenhuis getrokken om onze vroedkundige skills bij te schaven. Ik ben ervan overtuigd dat ik heel erg veel dingen bijleer. Ik blijf hier versteld staan van de complicaties die hier aan de lopende band toekomen. Toch blijf ik er bij dat ik nooit hier in het ziekenhuis zou willen werken.

Ik vind het thuis, in België, zo fijn om de moeders te begeleiden, om ze veel uitleg te geven, om de arbeid zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Ik vind het hier bijvoorbeeld echt niet kunnen dat er bij iedere zwangere met 5 cm ontsluiting standaard de vliezen worden gebroken. Ik besef meer en meer dat er in België gekeken wordt naar iedere situatie van elke zwangere apart, alvorens er gehandeld wordt. Dit is de manier waarop ik later ook wil werken. Maar toch moet  ik hier min of meer blijven werken volgens de gewoonten van de Ecuadoriaanse medische staf. En ik voel me er goed bij dat ik door kleine dingen te doen het verschil kan maken voor enkele vrouwen.

Het doet me heel goed om vrouwen die al uren op hun rug liggen af te zien even te masseren en een klein gesprekje te voeren waardoor er, al is het maar voor twee seconden, een glimlach op hun gezicht verschijnt. Ik vind het geweldig om de baby op de neonatologie te gaan halen na de verzorging en ze even bij de moeder te leggen en te helpen bij de borstvoeding. Ik ben er zeker van dat dit de pijn die ze voelen, door het hechten of de curettage, een beetje kan verlichten.

Maar nu genoeg van dat.. tijd om te beginnen aan het weekend. Donderdag zijn we voor het eerst naar de cinema geweest. We zijn hiervoor naar een van de ‘duizenden’ malls geweest in Guayaquil en hebben daar eerst ons buikje rondgegeten. Je kan het je niet voorstellen, maar toen er weer een regenbui de kop opstak regende het zelfs binnen in deze mall. Afwerking nihil zou ik zeggen. Ja weer een regenbui.. deze week zijn er zoveel geweest. het was echt niet zo’n goed weer. Een keertje zijn we van de Sotomayor thuis gekomen, nat tot in ons ondergoed. Wel verfrissend hoor. De film was heel fijn. We zijn naar “The wizard of Oz” geweest. het was slechts 6 dollar voor een 3D versie. Mijn 3D-ontmaagding is dus met andere woorden gebeurd in Ecuador. We waren de enige mensen in de zaal. We hebben ons dan ook uitgeleefd en zijn eerst wat radslagjes en handstanden gaan doen vooraan. Hierna namen we plaats op de stoeltjes. Vreemd en grappig was het toen we gingen zitten en de stoeltjes terug toeklapten, uiteraard met ons ertussen. Je maakt hier wat mee, niet te schatten.

De dag erna was het de trouw van Martine. Ze hebben elkaar leren kennen op de Galapagos eilanden en ze besloten om na twee jaar te trouwen. Het was heel mooi, op z’n Ecuadoriaans uiteraard. Martine zag er stralend uit. De mooiste bruid die aanwezig was in het hele stadhuis. Ze straalde van kop-tot-teen. En dit kan je ook zeggen van Erick. Wauw! 


’s Avonds zijn we gaan eten in het restaurant van de vader van Amelia. Dit is de vriendin van Abraham. Uiteraard stond er arroz op het menu. De papa stond buiten te BBQ’en. We kregen allemaal een heerlijk mals stukje vlees. Lekkerder heb ik het hier nog niet gegeten. Voor mij persoonlijk is dit voor herhaling vatbaar. Een geïmproviseerd restaurantje, in een kraampje op straat, heerlijk die Ecuadoriaanse nonchalance.

Zaterdagochtend vertrokken we naar zee. Ontspannen geblazen. We kwamen aan in de terminal waar er een ellenlange rij stond te wachten om een kaartje te kopen richting Montañita. Bijna twee uur moesten we aanschuiven, hierna drie uur rijden met de bus om dan eindelijk aan te komen in het hippiedorpje. Maar geloof me, het was de moeite waard.

Eerst zochten we een hostelleke. In het tweede waar we binnengingen was nog een kamer vrij. Het was een heel gezellige hostel. Er brandden lichtjes langs de kant van de weg en de muren waren in felle kleurtjes geschilderd. Omdat het niet zo schitterend weer was besloten we om eerst het kleine marktje te gaan verkennen. Er zaten allemaal hippies langs de kant van de weg die zelfgemaakte juwelen verkochten. Wel gezellig hoor. We kwamen voorbij een standje waar ze jugo’s verkochten; heerlijk vers en fris. Ik koos voor de jugo de fresa. Mmm, ik kon er niet genoeg van krijgen dus heb ik er dat weekend ook drie gedronken. Lekker lekker. 





Hierna gingen we toch even naar het strand, want het was onze bedoeling om dit weekend eindelijk een kleurtje te pakken. We hoopten om op die manier toch een beetje minder blank te lijken tussen deze mooi gebruinde Ecuadorianen. Natuurlijk konden we ook op dit strand niet ontsnappen aan de aandacht. Het leverden ons wel een voordeel op: een heerlijk fris pintje. Dat was lang geleden en het smaakte super goed, met mijn voeten in het water kon ik aan niets anders denken dan dat dit wel echt de tijd van mijn leven zal zijn.

’s Avonds spraken we af met 9 andere Belgen. Zij zijn allemaal hier op stage in Guayaquil. Twee van hen kenden we al, omdat het ook studenten vroedkunde zijn die stage doen in de Sotomayor. We besloten om een übergoedkope cocktail (2.50 dollar voor een halve liter) te kopen en op zoek te gaan naar een gratis feestje. Na lang zoeken en ronddwalen op het strand vonden we een fuifje. Uiteraard hielden de Ecuadorianen ons ook hier in het oog. We vielen nu nog meer op, aangezien we met 13 blanken op stap waren. Een voor een moesten we dan ook met de locals een dansje placeren. Ik zweer het, het is moeilijk om ze af te wimpelen. En we zagen er nogal onelegant uit, aangezien niemand van ons kan salsadansen. Gelukkig waren de pintjes (die ze enkel per liter verkopen) hier ook niet zo duur en kwamen we wel wat losser. Het was een hele fijne avond. 






De dag erna was het schitterend weer. We hebben ons op het strand neergelegd, en we zijn er niet meer vanaf gekomen tot we de bus terug huiswaarts moesten nemen. De golven hier waren heel erg wild. Heel plezant. Wel moesten we zonnecrème smeren als een gek, want het zonnetje brandt hier echt enorm. Toen we ’s avonds thuis waren merkten we dat er ondanks het smeren toch nog drie meisjes verbrand waren. Muy rojo! Ik mag me gelukkig prijzen, ik was niet een van hen. Ik ben wel blij dat ik eindelijk een beetje gebruind ben. Er is dus nog hoop dat ik naar Belgica zal terugkeren en dat ik jullie jaloers zal kunnen maken op mijn bronzé kleurtje.

Daarnet hebben we Oreo muffins gemaakt, want Martha was gisteren jarig. En aangezien Oreo hier de specialiteit is konden we het niet weerstaan om ze aan ons recept toe te voegen. Ik ben benieuwd of ze even goed zullen smaken als ze eruitzien.

Nog een paar feitjes:

  • Voor mij went het maar niet dat je hier je toiletpapier niet in de WC mag gooien. Je moet ze in een vuilbakje naast de pot gooien. En daarbij komt ook nog dat het steeds lijkt alsof de WC verstopt zit, want het water komt bijna tot aan je billen.


  •      Ik vind het geweldig dat je zonder gene kan roddelen over de mensen die naast je staan of zitten, omdat ze de taal die we spreken niet verstaan. Dit zal een aanpassing worden als ik terug naar België kom.


  •      Ik vind het super tof dat ik met drie fantastische meisjes op stage ben gekomen naar hier. We lachen ons echt kapot. Ik zal jullie even laten meelachen met enkele domme uitspraken:

o    Britte, onze Hollander: “Is Heineken van Holland?”
o    Emma: “Ei kijk Eva, daar loopt een rat.” , Eva: “Waar?”, Emma: “Ah neen dat is ne mens, ik zag alleen zijn haar.”
o    Sien: “haha voel Emma, mijn vlechtje voelt zoals ne navelstreng!”

  •       Ik hou er van hoe de mama’s in het ziekenhuis hier allemaal op dezelfde toon hun weeën opvangen, “ajajajajaaaaaaj”. Ook zeggen ze steeds dezelfde zinnen: “doctoraaaa, ayuda me!”, “meduele!”, “no puedo!”, en dit een voor een op dezelfde ‘melodie’. Achteraf zeggen ze ook steeds: “gracias, doctora.”.


  •       Het blijft vreemd om zo op te vallen in het straatbeeld. Zelfs de bewakers van de Metrovia weten dat we van België komen en ze weten op welke halte we moeten opstappen en afstappen.



  •       Ook al denk ik vaak aan jullie, ik zou de tijd die ik hier beleef voor geen geld van de wereld willen missen, het is fantastisch!!!


Deze week is het weer werken geblazen.. Nog 5 bevallingen te gaan..

Tot volgende keer schatjes van patatjes!
xx






Geen opmerkingen:

Een reactie posten