zondag 3 maart 2013

Citytrip numero uno

Het voorbije weekend was in een woord fantastisch. Het was heerlijk om eens even weg te zijn van het hectische Guayaquil. Even weg van de heisa in het ziekenhuis. Het was wel fijn om een momentje te kunnen ontsnappen aan het getoeter van de auto’s, het gefluit en geroep van de locals, de smog die we hier steeds inademen,… Het is geweldig om even deze industriële stad achter ons te laten en te genieten van de prachtige stadjes en andere omgevingen die Ecuador ons  te bieden heeft.

We zijn begonnen aan onze trip in de terminal in Guayaquil. Dit zou de eerste reis zijn waarbij we helemaal alleen de bus moesten nemen en een een hostel moesten zien te vinden. Dit had ik in Europa natuurlijk wel al vaker gedaan, maar hier in Latijns-Amerika is dat toch een ander paar mouwen. Informatie op internet opzoeken is niet zo vanzelfsprekend. Maar we deden ons best en behielpen ons met onze standaardzinnen Spaans. We kwamen dan ook vier uur later aan op onze bestemming: Cuenca.

Cuenca is een idyllisch stadje ten zuidoosten van Guayaquil. Het voelde als een verademing om daar uit de bus te stappen. Het was  er slechts 20 graden (wel vreemd hoor om te merken dat we hier harder verbrand zijn dan ooit in Guayaquil). Dit was de temperatuur waar mijn blanke huidje al ongeveer drie weekjes naar hunkerde. 


Nadat we een leuke hostel hadden gevonden en we onze spullen gedropt hadden besloten we om de stad even te verkennen. Onze hostel bevond zich pal in het midden van de stad en alles was dus heel bereikbaar. Het was geweldig om nonchalant de toerist uit te hangen en hiervoor niet eens raar bekeken te worden. We vonden, met ons stadsplannetje in de hand, al snel wat typische marktjes. Het snuffelen tussen de spulletjes en  het afdingen kon beginnen. Hier heb ik dan ook alvast wat souvenirtjes gevonden.



 







De dag erna moesten Britte en ik het even onder ons tweetjes stellen. Helaas waren de andere meisjes wat ziekjes. We vermoeden dat de kippenburger die ze de dag ervoor gegeten hadden hen niet zo goed bekomen was. Britte en ik zijn dan maar het hoedenmuseum gaan bezoeken. De alom bekende panamahoeden zijn namelijk een van de belangrijkste streekproducten uit de omgeving van Cuenca. Op weg naar het museum kwamen we een markthalletje tegen. Heel typisch en leuk om in rond te lopen. Dat dachten we toch. Eerst kwamen we aan de fruitafdeling. Rijen vol heerlijk vers fruit. Af en toe pronkten er vruchten die we nog nooit hadden gezien. En de uitleg die we kregen bij de vruchten maakten ons ook niet echt wijzer. Helaas viel de vleesafdeling wel zeer hard tegen. Stinken dat het daar deed. Bah, ik kan begrijpen dat Eva en Sien ziek geworden waren van het vlees hier. Rotte eieren zijn er niets tegen. Kokhalzen geblazen!

Het hoedenmuseum was wel heel erg mooi. Ik heb kunnen aanschouwen hoe deze hoeden gemaakt werden. Ze bestonden ook in alle kleuren en maten.




’s  Namiddags zijn we met z’n allen naar Turi gewandeld. Dit is een kerkje iets verderop. Vanaf dat punt kan je de hele stad Cuenca aanschouwen. Het was een redelijk vermoeiende trip met veel trappen, maar het uitzicht was deze inspanning wel meer dan waard.




Hierna besloten we om de bus te nemen naar een stadje verderop, Gualaceo. Volgens mijn reisgids en die van Eva is het aanbevolen om dit dorpje te bezoeken aangezien er veel marktjes zijn met  typische producten en traditionele gastronomie. Dit viel helaas wel zwaar tegen. We konden enkel een marktje vinden met fruit. Gelukkig was het een lekker zonnige dag en konden we aan de rivier genieten. We gingen die avond vroeg slapen want de dag erop zouden we Las Cajas gaan bezoeken.




Las cajas is het nationale natuurpark van Ecuador. Het is een park midden in het Andesgebergte. We besloten om erheen te gaan. volgens mij was dit een van de beste beslissingen die we al genomen hebben hier in Ecuador. Het was echt adembenemend. We hebben een wandeling gemaakt die berekend was op 5 uur wandelen. We waren dan ook fier op onszelf toen we deze tocht in vier uur rond hadden. We zagen heel veel soorten vegetatie die we nog nooit eerder gezien hadden. Onderweg kwamen we ook een kudde alpaca’s tegen. Het was super plezant om te wandelen tussen de bergen en rond de meren. In zo’n omgeving voel je je wel een klein dingetje hoor.  Het natuurgebied ligt op een hoogte tussen 3500m en 4000m. Af en toe moesten we dan ook even stilstaan en op adem komen, want onze longen trekken deze hoogte soms niet volledig. Maar dat stilstaan was eerder prettig dan onprettig, want het was heerlijk om van het uitzicht te genieten. 









Even een kanttekeningetje maken: toen we aan de trip begonnen en onze zakken aan het pakken waren hadden we er niet bij stil gestaan dat het wel eens handig zou kunnen zijn om wandelschoenen mee te nemen. Ik moest deze klimtocht, door de soms moerassige wandelpadjes, maken op mijn sloefkes van 9 euro van de H&M. Maar een dikke proficiat aan deze winkelketen, want het is me gelukt en buiten het feit dat de schoenen na een kwartiertje al enorm vuil waren, waren de schoenen ideaal om Las Cajas te bezoeken.

Ps: Ferre en twaalf, wees maar fier op jullie sonnenkoning prestatie van amper 2185 m. Ik heb zojuist 4000 m hoogte bereikt. Een applausje zou hier wel op zijn plaats zijn.




Moe maar voldaan na de hiking-tocht namen we weer een bus richting Guayaquil. Er verscheen spontaan een glimlach op mijn gezicht toen ik ontdekte dat de autostrade richting Guayaquil de E40 bleek te zijn. blijkbaar leiden alle autostrades met de naam ‘E40’ naar huis in mijn geval. Ja, op dit moment begint het huisje van Martha, in Alborada, echt een beetje mijn thuis te worden. Het voelde dan ook goed om terug in Alborada aan te komen en nog eens te kunnen douchen in onze ‘eigen’ douche, onze ‘eigen’ wc te kunnen gebruiken en fris water te drinken uit onze ‘eigen’ frigo.

Ik heb nog maar zo’n klein stukje van Ecuador gezien, maar het heeft me wel al enorm verbaasd. Het is hier echt een prachtig land. Ik wil nog zoveel meer zien. We hebben dan ook afgesproken om vanaf nu geen enkel weekend meer thuis te spenderen. Ik ben er zeker van dat ik nog duizend-en-één dingen zal zien op de komende uitstapjes.

Maar nu back to reality. Tijd om terug aan de slag te gaan in het ziekenhuis. Benieuwd wat voor complicaties er nu weer zullen te zien zijn.

Nos Vemos!

Xx Emma De Schutter (Gelukkig vinden de Ecuadorianen dit een moeilijke naam. Toen er eentje vroeg of hij me mocht toevoegen op faceboek zei ik: “ja natuurlijk, ik ben Emma De schutter”. Waarop hij mee verbaasd aankeek. Ik antwoordde dan “si, es difficile”. Goed vanaf op die manier. Hehe.).





Geen opmerkingen:

Een reactie posten