donderdag 18 april 2013

Soy interna de obstetricia


Deze week zijn we, na een heerlijke vakantie, terug aan het werk gegaan. En ik moet zeggen, het deed me enorm deugd. Ik had zo veel zin om terug bevallingen te doen. Ik denk dat ik na deze buitenlandse stage/ervaring wel kan zeggen dat ik heel blij ben met de keuze van mijn opleiding. Het geeft me iedere keer een super goed gevoel als ik een mama kan helpen en kan ondersteunen bij de mooiste dag van haar leven. 

Dinsdag zijn we naar de Sotomayor getrokken. Wel een beetje vreemd om na twee weken terug op de materniteit aan te komen. Ook was er precies vanalles veranderd in die periode dat wij vakantie hadden genomen. Het gedeelte waar er normaal gezien sectio’s gedaan worden was volledig met zwarte doeken afgesloten. Ze waren er blijkbaar aan het werken. Alle vrouwen die een keizersnede moesten krijgen werden nu naar boven gebracht. Het was met andere woorden een beetje een rompslomp. Ook kregen we vanaf nu een lockertje om onze spullen in op te bergen, dat is wel veel gemakkelijker hoor ipv dat je steeds je spullen boven op een hoge kast moet “verstoppen”.

Het klinkt misschien vreemd, maar de het Spaans vlotte na twee weken ook minder goed. We hadden de voorbije twee weken uitsluitend Nederlands hoeven praten met elkaar. Oh ja, en de gesprekken met Martha zijn gemakkelijk, want je moet gewoon luisteren en knikken. Het “probleem” op de materniteit was nu dat ik de vrouwen wel verstond, maar dat ik soms wat langer dan normaal moest nadenken over mijn woorden. Gelukkig kwam ik er snel weer in en kon ik mijn geliefde gesprekjes met de mama’s terug voeren.

Net voor het middageten mocht ik een bevalling zelfstandig doen. Ook mocht ik bij deze bevalling zelf de knip zetten. Ik moet toegeven dat is toch een vreemd gevoel hoor. Het enige wat ik tijdens die handeling kon denken was: “oh nee, ik ben in een persoon aan het knippen. Oh nee, ik doe iemand pijn.” Ook de manier waarop de Ecuadorianen een knip zetten is anders dan in België. Ze wachten volgens mijn normen niet lang genoeg, waardoor de knip veel groter uitvalt dan nodig is. Maar toch ben ik blij dat ik deze handeling mocht uitvoeren, hierdoor zal ik me zekerder voelen wanneer ik dit in België eens zal moeten doen. Ook het hechten van deze knip verliep vlot. Ik word er steeds handiger in, en doe het ook wel graag.

Net voor we weer naar huis vertrokken kon ik nog snel een zelfstandige bevalling meepikken. Het was met andere woorden een hele vruchtbare dag. Het deed me deugd om terug in mijn vertrouwde ziekenhuis omgeving te vertoeven. Ik begin een echt vroedvrouwtje te worden, al zeg ik het zelf. En HELL YEAH dat ik daar fier op ben.

Deze week zijn we ook weer een lesje gaan geven over anticonceptie en de menstruele cyclus. Helaas waren het in de wijk waar we de lessen geven inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar. Hierdoor was de opkomst van het publiek heel mager, om maar niet te zeggen dat er helemaal geen opkomst was. We besloten vervolgens om onze folders en condooms uit te delen in de wijk zelf. Hierbij probeerden we steeds aan de mensen persoonlijk een beetje uitleg te geven.

De buurt waar we onze condooms uitdeelden is heel erg arm; als je door deze straten loopt denk je wel weer even na hoe goed je het wel niet hebt. De mensen hier zijn wel gelukkig, omdat ze volgens mij niet veel anders kennen. Maar voor mij, een westers meisje, is de shock wel redelijk groot om zo’n manier van leven te zien. Ik hoop dat ik deze mensen , met onze mini-campagne,  op een of andere manier toch een beetje kan helpen. 


Tijdens onze wandeling door de wijk werden we tegengehouden door twee hectische vrouwen. Eentje met een groot fototoestel en de andere met pen en papier. Ze zagen er wat safariachtig uit. Het bleken twee journalisten te zijn die bij de krant werkten. Zij waren heel geïnteresseerd in onze “missie” en stelden ons dan ook wat vragen. Vervolgens wilden ze graag onze namen weten en trokken ze nog wat foto’s terwijl wij condooms uitdeelden. De komende dagen zullen wij de kranten hier in Ecuador dus een beetje in het oog houden. Wie weet verschijnen wij wel ergens op een paginaatje. 

Het deed deugd als de mensen een beetje meer uitleg vroegen over onze brochures. Af en toe kwamen er jongens terug om nog wat meer condooms te vragen. Gedurende de hele dag bloosden onze wangen meer en meer door de zon en de wangetjes van de locals meer en meer door onze onderwerpen.

Grappige anekdotes:
Ik wilde tijdens een van onze stagedagen een plasje gaan maken op de geliefde (not) toiletten in de kleedkamers. En bij het doorspelen werd niet alleen mijn plasje weggespoeld. Samen met dat plasje verdwenen ook twee balpennen en een dikke alcoholstift richting de riool, aangezien ze uit mijn verpleegsterpakje waren gevallen. Toen stond ik toch even versteld van de efficiëntie van dat afzuigsysteem. De toiletten hier in Ecuador zijn zo slecht nog niet. Er brak natuurlijk hilariteit uit toen ik dit verhaal treurig aan mijn stagemaatjes ging vertellen.

Door de vermoeidheid en het constant moeten overschakelen naar een andere taal slaag ik er soms niet meer in om goede Vlaamse zinnen te vormen:
1) Eva: Die shampoo hier in  Ecuador is nog redelijk goed. Emma: Ja maar de beste shampoo komt toch nog altijd van bij de bakker. (Natuurlijk bedoelde ik van bij de kapper)
2) Ik maakte per ongeluk een contaminatie van de twee woorden bakkes en mond waardoor de volgende zin gevormd werd: Hou je bod.

We wilden op een avond naar de tekenfilm “Rapunzel” kijken. Natuurlijk kwamen we tot een kleine discussie toen we in het hoofdmenu moesten beslissen of we de Vlaamse of de Nederlandstalige versie zouden bekijken. Gelukkig waren de Belgen in de meerderheid en werd het de Vlaamse versie. Britte keek dik tegen haar goesting mee en het was wel fijn, want steeds als er een echte Vlaamse zin werd gezegd herhaalde ze die in het sappig dialect. Zo zei ze bijvoorbeeld: “Ik kijk uit het vesterrrrrrr. Bij ons in Nederland is dat een raam.”


Mijn Spaans is beter dan in het begin, maar soms maak ik toch nog vreemde zinnen. Ja het enige wat je dan kan doen is jezelf uitlachen, een beetje rood worden en hopen dat de plaatselijke bevolking het misschien toch ook een beetje grappig vond. Zo zei ik een keer vol overtuiging: “Somos huevos”. Dit betekent dat: wij zijn eieren. Natuurlijk bedoelde ik dat niet, ik wou zeggen dat we jong zijn (Somos joven). Nou ja, laat ik het mijn leerproces noemen.

Je hoort het wel zeker, ik heb het hier zo enorm naar mijn zin. Iedere ochtend als ik wakker word moet ik weer even nadenken, om dan te beseffen dat ik daadwerkelijk in Ecuador ben. De tijd kort af, maar daar probeer ik zo weinig mogelijk aan te denken. Ik blijf er super hard van genieten.

Tot binnenkort!

Emma <3

Geen opmerkingen:

Een reactie posten