zondag 5 mei 2013

No worries for the rest of your days!


Vorige week is er weer heel wat gebeurd in de Sotomayor. Ik zou er een heel lang blogbericht over kunnen maken. Hier zal ik jullie voor sparen want ook met de andere dingen die ik bezocht en gedaan heb zal ik weer een aantal paginaatjes kunnen vullen. Wel moet ik even vermelden dat Sien een bevalling heeft gedaan van een vrouw die al negen andere kinderen op de wereld had gezet. Dat is toch wel iets speciaals. Ook hebben we de voorbije werkweek heel veel bevallingen moeten afgeven aan de Ecuadoriaanse internas, die volgens ons het spelletje wel erg vuil spelen. Ze zetten zich namelijk al klaar in de bevallingskamer en springen meteen “op” de vrouw die moet bevallen zodat wij zelfs geen kans krijgen om nog maar te vragen of we mogen helpen bij de bevallingen. Eentje was zelfs zo gemeen dat ik mijn steriele handschoenen (die ik al aanhad) moest uitdoen en aan haar moest geven. Heel erg frustrerend was dat en vooral ook een bewijs dat steriliteit hier niet echt de prioriteit is (steriliteit nihil). Maar we blijven “strijden” en onze bevallingsteller gaat stapsgewijs toch een beetje naar omhoog. Zo sta ik voorlopig op 47 zelfstandige bevallingen en hoop ik er deze week nog drie te doen zodat ik met het mooie aantal van vijftig naar huis kan terugkeren.

Hierover zal ik jullie volgende week meer kunnen vertellen, maar eerst moet ik jullie mijn schitterende voorbije week voorschotelen. Sien en ik hebben trouwens onze nieuwe uitlaatklep gevonden: joggen in het leguanenpark achter ons huis. Ik kan je verzekeren dat dit toch wel heel erg vermoeiend is in deze temperaturen. Maar we blijven gaan en we voelen ons nadien steeds supergezond.


We zijn vorige week vrijdag vertrokken naar de jungle. We besloten om een nachtbus te nemen, aangezien de jungle tien uur rijden van Guayaquil ligt. Ja, wij vonden het ook moeilijk om te geloven dat je na tien uur rijden nog steeds in hetzelfde land zit. Ons kleine Belgenlandje stelt hier tegenover echt niets voor. We wilden wat tijd besparen door een nachtbus te nemen. Dit was een hele goede beslissing, maar echt slapen op zo’n nachtbus doe je wel niet hoor. Zeker wanneer we door de kronkelige bergwegen reden moest ik mijn verstand even op nul zetten. Maar eenmaal we door de Oriente (=junlge) reden viel mijn mond weer open van de mooie natuur. Ecuador heeft echt wel heel veel te bieden. Dit was weer een vegetatie die ik nooit eerder had gezien, prachtig!

We hadden aan het begin van ons Ecuador-avantuur voor vier dagen een hotel gehuurd in de jungle. Het was een hotel dat uit de grond gestampt was door twee Belgen. Ze hadden een heel erg mooi gebied in de Jungle van Ecuador op de kop kunnen tikken. Eerst hadden ze hier wat vee geteeld om nadien de grond te gebruiken om reizigers een prachtig verblijf te bieden in deze mooie omgeving. Ze noemden hun Hotel “hakuna matata” met het motto “No worries for the rest of your days” in hun achterhoofd. Dit was een van de bestemmingen die we tijdens onze stage zeker wilden doen. Enerzijds omdat we wel eens in het oerwoud wilden vertoeven. Anderzijds omdat we ons tegen het einde van onze stage zeker en vast wel zouden verheugen op avondmalen die niet bestonden uit “arroz con pollo”.

Aangekomen in “Hakuna matata” konden we niet geloven wat we zagen. We bevonden ons in een prachtige omgeving. We werden naar een gezellig hutje gebracht. Dit zou onze slaapplaats worden voor drie nachten. Meteen daarna werden we al verwend door een, zoals onze gastvrouw het zei: “echte Belgische spaghetti”. Enerzijds vroegen we ons af vanaf wanneer spaghetti Belgisch en niet Italiaans mocht genoemd worden. Anderzijds vonden we het gehakt in de spaghetti toch echt wel Ecuadoriaans smaken. Maar het was gelukkig geen rijst. Bovendoen hadden we geen tijd om ons hier druk over te maken, want we werden al meteen naar de paardenstal achter onze hutjes gebracht om een tochtje te maken op deze paarden. We zouden drie uur kunnen genieten van een rustig tochtje door het oerwoud op de rug van een paard. Initieel dacht ik dat dit niet echt iets voor mij was omdat het ging over dieren. Maar ik dacht dat ik me wel zou vermaken, in het heerlijke zonnetje en in de prachtige omgeving. Achteraf bekeken was dit toch heel erg eng. Ik had het gevoel dat ik dat grote dier niet onder controle had. Af en toe schoof het uit of sprong het een bergje op in plaats van rustig stapje voor stapje te stijgen. Op een bepaald moment werd het paard, dat Salomon heette, gestoken door een mug. Nog nooit heb ik zo’n angsten uitgestaan. Het paard begon te hinniken en het werd echt wild. Ook verloor ik mijn mooie zonnebril in het struikgewas omdat ik die niet kon vasthouden op mijn hoofd. Ik had namelijk de teugels zodanig vastgeklemd en durfde die niet los te laten.  –  *noot: gelukkig heb ik ondertussen een heel erg leuk postpakketje gekregen van mijn lieve vriendjes Soraya en Chloé waarin ik een supermooie zonnebril vond. Dankjewel meisjes, jullie zijn geweldig!! –  Kortom om het met de woorden van Christian Grey te zeggen was het paardrijden voor mij echt wel een harde grens. Maar toch ben ik blij dat ik het gedaan heb en kan ik het vanaf nu van mijn belevingenlijstje schrappen. Die namiddag kon ik alle ‘stress’ van het paardrijden van me afzetten in het zonnetje aan het zwembad. En ’s avonds kregen we een heerlijk avondmaal met lekkere groentjes en patatjes (dat was echt lang geleden). We sloten de avond af met een gezellig potje scrabble.





Zondag stonden we vroeg op om op excursie te vertrekken door het Amazonewoud. Met een bootje werden we naar het dichtbeboste oerwoud gebracht. Onderweg kwamen we aapjes tegen. We konden onze ogen dus weer de kost geven. ook tijdens de toch zagen we allerlei dieren en planten. Zo sprak de gids bijvoorbeeld over een anticonceptieplant. Die zouden de vrouwen uit de jungle gebruiken om een soort van abortus te plegen. Uiteraard interesseerde dit ons heel erg, als vroedvrouwen. Al vonden we dat toch een heel vreemd verhaal. ’s Namiddags bezochten we ook nog een primitieve indianenstam. Hier konden we kijken hoe de vrouwen geld verdienen door goud te zoeken tussen de stenen. Heel fascinerend. Ook leerden we van hen hoe we een melkdrankje moesten maken met plantaardige producten. Het was fijner om het te maken dan om het te smaken, bah! Ook die avond kregen we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld en speelden we nadien nog wat scrabble. We genoten zo erg van het gezelschapsspel. En dat met op de achtergrond de geluiden van de natuur, heerlijk. We vielen na deze vermoeiende dag snel in slaap.







De dag erna startten we door het maken van echte verse chocolade. Ja inderdaad, we begonnen bij het begin, met het pellen van de cacaobonen. Zeer fascinerend hoe er uit zo’n ruige vrucht zo’n lekkere zoetigheid kan komen. Sien deed ons tijdens het pellen van de  hete gebrande cacaobonen toch wel lachen toen ze zei: “auw da’s heet, thuis doet ons moeder dit altijd”. Hiermee bedoelde ze uiteraard niet dat haar moeder thuis steeds cacaobonen pelt, maar wel andere warme dingen zoals een ‘tikke eike’. na het malen en verwarmen van de cacaobonen verkregen we heerlijk zoete chocolade. Ook hier waren we onze speelse zelve en konden we het niet laten om onze lippen in te smeren met dit plakkerige spul. Nadien kregen we een beetje chocolade voorgeschoteld, mmm njamie.





Hierna bezochten we een tuintje met allemaal kleurrijke kikkertjes. Heel fijn om tussen de blaren zelf te gaan zoeken. Iets minder fijn was het toen we te weten kwamen dat deze mini-kikkers giftig waren. Maar toch hield dit ons niet tegen om verder te zoeken. ’s Namiddags besloten Sien, Eva en ik om nog een tochtje te maken door de jungle. Onze Holandesa wilde liever nog wat van de hangmat genieten, dus vertrokken we met de drie Belgjes op tocht. Met onze camera in de hand trokken we door het Amazoneland(schap). We genoten van de omgeving en hielden af en toe een kleine pauze voor een fotoshoot. En deze fijne dag sloten we opnieuw af met een lekker avondmaal en een gezellig potje scrabble. Je hoort het, we begonnen stilletjesaan verslaafd te worden aan dit spel.




Dinsdag stonden we opnieuw vroeg op. Dit was namelijk de dag waarop we tegen de middag verder zouden reizen naar Quito. Toch wilden we nog even genieten van de hangmatten, het zwembad en de zon. Dit deden we dan ook uitgebreid. We hopen stiekem dat deze voormiddag ons nog wel een melkchocoladekleurtje heeft opgebracht. 




’s  Namiddags namen we de bus richting Quito, de hoofdstad van Ecuador. Zes uur reizen op de bus putte ons weer enorm uit. We kwamen pas laat toe in Quito. Tegen acht uur konden we pas op zoek gaan naar een geschikte slaapplaats. Dit was reeds erg laat en we voelden ons niet echt veilig. Hierdoor besloten we om voor een keer een iets duurder hotel uit te kiezen. Dit was met voorsprong de slechtste beslissing ooit. We betaalden namelijk het dubbele van normaal. En toch zagen we in deze kamer kakkerlakken rondlopen en was het er ijzig koud.  Toch was het een beetje speciaal dat dit hotel gelegen was nabij ‘plaza Foch’ of het ‘Fochplein’. Leuven is nooit ver weg hé J. Maar we bleven niet met de pakken zitten en gingen de ochtend erop verder op zoek naar een betere slaapplaats. Die vonden we op nog geen tien minuten wandelen van het grote stadsplein. Het was een kamer met vier bedden op een rij. Het deed me een beetje denken aan een internaat. En we betaalden slechts 30 dollar per nacht.


Nadat we onze spullen in het hostel hadden achtergelaten besloten we om een kabelbaan te nemen naar een punt waar we over de hele stad konden kijken: El Telefériqo. Het leek een heel fijn idee. Het was goed weer en er was geen wolkje aan de lucht. Maar toen we boven aankwamen sloeg het noodlot toe. De hele stad werd overtrokken door een immense grijze wolk, waardoor er niets van het uitzicht te bespeuren was. Hierdoor besloten we dan maar om de stad te voet en met de reisgids in de hand te verkennen. Dit bleek een schitterende keuze te zijn want we maakten het volgende mee.

In mijn reisgids stond aangegeven dat het stadhuis de moeite waard was om te bezoeken aangezien er een grote muur mozaïek te bezichtigen viel. Bij het binnengaan hield de bewakingsagent ons tegen. We moesten ons paspoort afgeven. Dit vonden we heel vreemd om gewoon een stadhuis te bezichtigen. Ook was er een probleem want Eva had haar paspoort niet bij. Zonder nadenken flanste ik eruit dat ze maar zestien jaar was, waardoor ze haar paspoort niet moest laten zien. Wonder boven wonder geloofde deze agent dit en konden we via een metaaldetector het gebouw bezoeken. Veel uitleg in het Spaans kregen we en eerst hadden we een beetje het gevoel dat we onze korte tijd in Quito aan het verspillen waren. Maar enkele minuten later zagen we de President in eigen persoon. Het gebouw waar we binnen waren gegaan was blijkbaar het presidentieel paleis en President Rafaël Correa was bovendien nog aanwezig ook. hierbij maakte mijn hartje toch wel even een sprongetje. Dit bezoekje werd plots heel speciaal. Ik heb zelfs, in de eenentwintig jaren dat ik in  het kleine België woon, nog nooit de koning gezien. En nu ben ik ocharme drie maandjes in Het grote Ecuador en ik zie de leider van dit land. Spectaculair, al zeg ik het zelf.




De dag hierop zijn we de evenaar gaan bezoeken. De evenaar loopt namelijk net boven Quito langs. Dit punt wordt “Mitad del mundo” genoemd. Het was echt een machtig gevoel om op dé lijn te staan die de wereld in twee helften deelt. We vulden de hele dag  door rond de evenaar verschillende typische marktjes te bezoeken. Ook probeerden we een trucje uit met een ei dat op een naald recht kan blijven staan. Geen idee of ik het juist deed en nog minder een idee hoe het komt dat dit alleen op de evenaar lukt.







De dag erna reisden we verder, we gingen nog een beetje noordelijker het land in. we gingen naar Otavalo. Dit is het dorpje waar er op zaterdag de grootste artisanale markt van Ecuador te vinden is. Wij, slimme shoppers die we zijn, gingen alvast een dag op voorhand naar daar. Hierdoor konden we op zaterdag vroeg uit de veren om zeker al onze souvenirs te kunnen inslaan. Vrijdag vulden we door een meer iets boven Otavalo te bezoeken: Laguna Cuicocha. Hier maakten we een stevig wandelingetje langs het meer. Het was weer adembenemend blauw water. Ook de omliggende vulkanen waren mooi om naar te kijken. De besneeuwde toppen maakten het plaatje compleet. Toch moesten we na een paar uurtjes vluchten naar een caféetje, want er stak een hevig onweer de kop op. Waren wij even opgelucht dat we niet op de top van de berg stonden, maar droog in een café. ’s Avonds kropen we vroeg in bed om fris te zijn voor de volgende dag.



Om twee uur ’s nachts werden we reeds gewekt door de kooplui die begonnen met het opzetten van hun marktkraampjes. Vaarwel nachtrust. Maar het gaf wel een fijn gevoel om te slapen boven de werkende Ecuadoriaanse marktkramers. Deze geluiden maakten me zeer nieuwsgierig naar wat ik de komende dag te zien zou krijgen op de markt.

We waren zaterdag vroeg op de markt aanwezig. Onze ogen wisten niet waar eerst te kijken: hangmatten, dromenvangers, armbanden, oorbellen, sjaals, fruit, lamaknuffels, dekens, kippen, sleutelhangers, noem maar op. Alles kon je vinden. De kleurrijke textielwaren overheersten wel duidelijk de hele markt. Het afdingen kon beginnen. Soms was het makkelijker dan anders. maar op het einde van de dag had ieder van ons toch een goedgevulde rugzak met souvenirs voor het thuisfront. Ja ik maak jullie nieuwsgierig hé, dat is de bedoeling. En wees gerust, mezelf heb ik ook enkele souvenirs cadeau gedaan. 

Die avond namen we de bus terug naar Guayaquil. Aangezien we de voorbije week steeds verder het land in gereisd waren moesten we nu een lange busrit van 11 uur trotseren. Een babbelende/ giechelende man en een bijna-botsing later kwamen we veilig aan in Guayaquil. Echt slapen doe je toch niet op zo’n nachtbus dus aangekomen bij Martha kropen we nog even ons bedje in. Lang duurden mijn dromen niet dus maakte ik me die ochtend nuttig met het laatste handwasje dat ik zal doen hier in Ecuador. (ja het afscheid nemen begint al, helaas.)

Het was vandaag, vijf mei, “dag van de vroedvrouw”. We konden deze dag toch niet zomaar aan onze neus laten voorbijgaan en dus besloten we om naar de kraamafdeling te gaan. Hier kon ik me vandaag belonen met een bevalling. Toch een mooi pakje vind ik op deze internationale vroedvrouwendag. Ook zat er gedurende de werkuren het volgende liedje in ons hoofd, met dank aan Sien Verdeyen. “Feliz Obstetriz, Feliz obstetriz!”. Dit zongen we dan op de toon van het liedje “Feliz navidad”. Martha moest er guitig om lachen. 

Vanaf nu rest er mij nog maar zeven dagen Ecuador-avontuur. Ik ga nog enkele dagen werken en nadien nog wat van het Zuid-amerikaanse zonnetje genieten aan de kust. Wat zal het binnenkort pijn doen in mijn hartje als ik dit prachtige land achter me moet laten. Hier zal ik dus nog niet te vaak aan proberen te denken. En genieten is de boodschap!

Tot binnen een weekje!
Xx Ems!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten