Vorige week is er weer heel wat gebeurd in de Sotomayor. Ik zou
er een heel lang blogbericht over kunnen maken. Hier zal ik jullie voor sparen
want ook met de andere dingen die ik bezocht en gedaan heb zal ik weer een
aantal paginaatjes kunnen vullen. Wel moet ik even vermelden dat Sien een
bevalling heeft gedaan van een vrouw die al negen andere kinderen op de wereld
had gezet. Dat is toch wel iets speciaals. Ook hebben we de voorbije werkweek
heel veel bevallingen moeten afgeven aan de Ecuadoriaanse internas, die volgens
ons het spelletje wel erg vuil spelen. Ze zetten zich namelijk al klaar in de
bevallingskamer en springen meteen “op” de vrouw die moet bevallen zodat wij
zelfs geen kans krijgen om nog maar te vragen of we mogen helpen bij de
bevallingen. Eentje was zelfs zo gemeen dat ik mijn steriele handschoenen (die
ik al aanhad) moest uitdoen en aan haar moest geven. Heel erg frustrerend was
dat en vooral ook een bewijs dat steriliteit hier niet echt de prioriteit is
(steriliteit nihil). Maar we blijven “strijden” en onze bevallingsteller gaat
stapsgewijs toch een beetje naar omhoog. Zo sta ik voorlopig op 47 zelfstandige
bevallingen en hoop ik er deze week nog drie te doen zodat ik met het mooie
aantal van vijftig naar huis kan terugkeren.
Hierover zal ik jullie volgende week meer kunnen vertellen,
maar eerst moet ik jullie mijn schitterende voorbije week voorschotelen. Sien
en ik hebben trouwens onze nieuwe uitlaatklep gevonden: joggen in het
leguanenpark achter ons huis. Ik kan je verzekeren dat dit toch wel heel erg
vermoeiend is in deze temperaturen. Maar we blijven gaan en we voelen ons
nadien steeds supergezond.
We zijn vorige week vrijdag vertrokken naar de jungle. We besloten
om een nachtbus te nemen, aangezien de jungle tien uur rijden van Guayaquil
ligt. Ja, wij vonden het ook moeilijk om te geloven dat je na tien uur rijden
nog steeds in hetzelfde land zit. Ons kleine Belgenlandje stelt hier tegenover
echt niets voor. We wilden wat tijd besparen door een nachtbus te nemen. Dit was
een hele goede beslissing, maar echt slapen op zo’n nachtbus doe je wel niet
hoor. Zeker wanneer we door de kronkelige bergwegen reden moest ik mijn
verstand even op nul zetten. Maar eenmaal we door de Oriente (=junlge) reden
viel mijn mond weer open van de mooie natuur. Ecuador heeft echt wel heel veel
te bieden. Dit was weer een vegetatie die ik nooit eerder had gezien, prachtig!
We hadden aan het begin van ons Ecuador-avantuur voor vier
dagen een hotel gehuurd in de jungle. Het was een hotel dat uit de grond
gestampt was door twee Belgen. Ze hadden een heel erg mooi gebied in de Jungle
van Ecuador op de kop kunnen tikken. Eerst hadden ze hier wat vee geteeld om
nadien de grond te gebruiken om reizigers een prachtig verblijf te bieden in
deze mooie omgeving. Ze noemden hun Hotel “hakuna matata” met het motto “No
worries for the rest of your days” in hun achterhoofd. Dit was een van de
bestemmingen die we tijdens onze stage zeker wilden doen. Enerzijds omdat we
wel eens in het oerwoud wilden vertoeven. Anderzijds omdat we ons tegen het
einde van onze stage zeker en vast wel zouden verheugen op avondmalen die niet
bestonden uit “arroz con pollo”.
Aangekomen in “Hakuna matata” konden we niet geloven wat we
zagen. We bevonden ons in een prachtige omgeving. We werden naar een gezellig
hutje gebracht. Dit zou onze slaapplaats worden voor drie nachten. Meteen daarna
werden we al verwend door een, zoals onze gastvrouw het zei: “echte Belgische
spaghetti”. Enerzijds vroegen we ons af vanaf wanneer spaghetti Belgisch en
niet Italiaans mocht genoemd worden. Anderzijds vonden we het gehakt in de
spaghetti toch echt wel Ecuadoriaans smaken. Maar het was gelukkig geen rijst. Bovendoen
hadden we geen tijd om ons hier druk over te maken, want we werden al meteen
naar de paardenstal achter onze hutjes gebracht om een tochtje te maken op deze
paarden. We zouden drie uur kunnen genieten van een rustig tochtje door het
oerwoud op de rug van een paard. Initieel dacht ik dat dit niet echt iets voor
mij was omdat het ging over dieren. Maar ik dacht dat ik me wel zou vermaken,
in het heerlijke zonnetje en in de prachtige omgeving. Achteraf bekeken was dit
toch heel erg eng. Ik had het gevoel dat ik dat grote dier niet onder controle
had. Af en toe schoof het uit of sprong het een bergje op in plaats van rustig
stapje voor stapje te stijgen. Op een bepaald moment werd het paard, dat
Salomon heette, gestoken door een mug. Nog nooit heb ik zo’n angsten uitgestaan.
Het paard begon te hinniken en het werd echt wild. Ook verloor ik mijn mooie
zonnebril in het struikgewas omdat ik die niet kon vasthouden op mijn hoofd. Ik
had namelijk de teugels zodanig vastgeklemd en durfde die niet los te laten. – *noot: gelukkig heb ik ondertussen een heel erg
leuk postpakketje gekregen van mijn lieve vriendjes Soraya en Chloé waarin ik
een supermooie zonnebril vond. Dankjewel meisjes, jullie zijn geweldig!! – Kortom om het met de woorden van Christian
Grey te zeggen was het paardrijden voor mij echt wel een harde grens. Maar toch
ben ik blij dat ik het gedaan heb en kan ik het vanaf nu van mijn
belevingenlijstje schrappen. Die namiddag kon ik alle ‘stress’ van het
paardrijden van me afzetten in het zonnetje aan het zwembad. En ’s avonds kregen
we een heerlijk avondmaal met lekkere groentjes en patatjes (dat was echt lang
geleden). We sloten de avond af met een gezellig potje scrabble.
Zondag stonden we vroeg op om op excursie te vertrekken door
het Amazonewoud. Met een bootje werden we naar het dichtbeboste oerwoud
gebracht. Onderweg kwamen we aapjes tegen. We konden onze ogen dus weer de kost
geven. ook tijdens de toch zagen we allerlei dieren en planten. Zo sprak de
gids bijvoorbeeld over een anticonceptieplant. Die zouden de vrouwen uit de
jungle gebruiken om een soort van abortus te plegen. Uiteraard interesseerde
dit ons heel erg, als vroedvrouwen. Al vonden we dat toch een heel vreemd verhaal.
’s Namiddags bezochten we ook nog een primitieve indianenstam. Hier konden we
kijken hoe de vrouwen geld verdienen door goud te zoeken tussen de stenen. Heel
fascinerend. Ook leerden we van hen hoe we een melkdrankje moesten maken met
plantaardige producten. Het was fijner om het te maken dan om het te smaken,
bah! Ook die avond kregen we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld en speelden
we nadien nog wat scrabble. We genoten zo erg van het gezelschapsspel. En dat
met op de achtergrond de geluiden van de natuur, heerlijk. We vielen na deze
vermoeiende dag snel in slaap.
De dag erna startten we door het maken van echte verse
chocolade. Ja inderdaad, we begonnen bij het begin, met het pellen van de
cacaobonen. Zeer fascinerend hoe er uit zo’n ruige vrucht zo’n lekkere zoetigheid
kan komen. Sien deed ons tijdens het pellen van de hete gebrande cacaobonen toch wel lachen toen
ze zei: “auw da’s heet, thuis doet ons moeder dit altijd”. Hiermee bedoelde ze
uiteraard niet dat haar moeder thuis steeds cacaobonen pelt, maar wel andere
warme dingen zoals een ‘tikke eike’. na het malen en verwarmen van de
cacaobonen verkregen we heerlijk zoete chocolade. Ook hier waren we onze
speelse zelve en konden we het niet laten om onze lippen in te smeren met dit
plakkerige spul. Nadien kregen we een beetje chocolade voorgeschoteld, mmm
njamie.
Hierna bezochten we een tuintje met allemaal kleurrijke
kikkertjes. Heel fijn om tussen de blaren zelf te gaan zoeken. Iets minder fijn
was het toen we te weten kwamen dat deze mini-kikkers giftig waren. Maar toch
hield dit ons niet tegen om verder te zoeken. ’s Namiddags besloten Sien, Eva
en ik om nog een tochtje te maken door de jungle. Onze Holandesa wilde liever
nog wat van de hangmat genieten, dus vertrokken we met de drie Belgjes op
tocht. Met onze camera in de hand trokken we door het Amazoneland(schap). We genoten
van de omgeving en hielden af en toe een kleine pauze voor een fotoshoot. En
deze fijne dag sloten we opnieuw af met een lekker avondmaal en een gezellig
potje scrabble. Je hoort het, we begonnen stilletjesaan verslaafd te worden aan
dit spel.
Dinsdag stonden we opnieuw vroeg op. Dit was namelijk de dag
waarop we tegen de middag verder zouden reizen naar Quito. Toch wilden we nog
even genieten van de hangmatten, het zwembad en de zon. Dit deden we dan ook
uitgebreid. We hopen stiekem dat deze voormiddag ons nog wel een
melkchocoladekleurtje heeft opgebracht.
’s Namiddags namen we
de bus richting Quito, de hoofdstad van Ecuador. Zes uur reizen op de bus putte
ons weer enorm uit. We kwamen pas laat toe in Quito. Tegen acht uur konden we
pas op zoek gaan naar een geschikte slaapplaats. Dit was reeds erg laat en we
voelden ons niet echt veilig. Hierdoor besloten we om voor een keer een iets
duurder hotel uit te kiezen. Dit was met voorsprong de slechtste beslissing
ooit. We betaalden namelijk het dubbele van normaal. En toch zagen we in deze
kamer kakkerlakken rondlopen en was het er ijzig koud. Toch was het een beetje speciaal dat dit hotel
gelegen was nabij ‘plaza Foch’ of het ‘Fochplein’. Leuven is nooit ver weg hé J. Maar we bleven niet
met de pakken zitten en gingen de ochtend erop verder op zoek naar een betere
slaapplaats. Die vonden we op nog geen tien minuten wandelen van het grote
stadsplein. Het was een kamer met vier bedden op een rij. Het deed me een
beetje denken aan een internaat. En we betaalden slechts 30 dollar per nacht.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiS82J9EWuruE4legOLoh2-M1As3ZERkwp8j9bMmurylunSTh8tgCp_wqJWo4LLutOsFW7FWXvvn3oWifCVy0ZzPH4pvb9brHX2Bb7FuV_6LupHg_cKb_dKH38uKiOnI2ZpuuKQe9xeLk-k/s320/2013-05-01+14.51.29.jpg)
Nadat we onze spullen in het hostel hadden achtergelaten
besloten we om een kabelbaan te nemen naar een punt waar we over de hele stad
konden kijken: El Telefériqo. Het leek een heel fijn idee. Het was goed weer en
er was geen wolkje aan de lucht. Maar toen we boven aankwamen sloeg het noodlot
toe. De hele stad werd overtrokken door een immense grijze wolk, waardoor er
niets van het uitzicht te bespeuren was. Hierdoor besloten we dan maar om de
stad te voet en met de reisgids in de hand te verkennen. Dit bleek een
schitterende keuze te zijn want we maakten het volgende mee.
In mijn reisgids stond aangegeven dat het stadhuis de moeite
waard was om te bezoeken aangezien er een grote muur mozaïek te bezichtigen
viel. Bij het binnengaan hield de bewakingsagent ons tegen. We moesten ons
paspoort afgeven. Dit vonden we heel vreemd om gewoon een stadhuis te
bezichtigen. Ook was er een probleem want Eva had haar paspoort niet bij. Zonder
nadenken flanste ik eruit dat ze maar zestien jaar was, waardoor ze haar
paspoort niet moest laten zien. Wonder boven wonder geloofde deze agent dit en
konden we via een metaaldetector het gebouw bezoeken. Veel uitleg in het Spaans
kregen we en eerst hadden we een beetje het gevoel dat we onze korte tijd in
Quito aan het verspillen waren. Maar enkele minuten later zagen we de President
in eigen persoon. Het gebouw waar we binnen waren gegaan was blijkbaar het
presidentieel paleis en President Rafaël Correa was bovendien nog aanwezig ook.
hierbij maakte mijn hartje toch wel even een sprongetje. Dit bezoekje werd
plots heel speciaal. Ik heb zelfs, in de eenentwintig jaren dat ik in het kleine België woon, nog nooit de koning
gezien. En nu ben ik ocharme drie maandjes in Het grote Ecuador en ik zie de
leider van dit land. Spectaculair, al zeg ik het zelf.
De dag hierop zijn we de evenaar gaan bezoeken. De evenaar
loopt namelijk net boven Quito langs. Dit punt wordt “Mitad del mundo” genoemd.
Het was echt een machtig gevoel om op dé lijn te staan die de wereld in twee
helften deelt. We vulden de hele dag
door rond de evenaar verschillende typische marktjes te bezoeken. Ook probeerden
we een trucje uit met een ei dat op een naald recht kan blijven staan. Geen idee
of ik het juist deed en nog minder een idee hoe het komt dat dit alleen op de
evenaar lukt.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgF46mlgBaParkmMQBgFIut0IfnTt80RTlOwbq4en_OKE34byNczhslbuhFUF5LHoSPNl8jci3Z_An5hWWCwTmpJIFPR8S9LVWY1FmLdk5VcRTjlY166QkBKceEGr0D1x-_yaTXTAHnxSoS/s320/2013-05-03+19.59.10.jpg)
De dag erna reisden we verder, we gingen nog een beetje
noordelijker het land in. we gingen naar Otavalo. Dit is het dorpje waar er op
zaterdag de grootste artisanale markt van Ecuador te vinden is. Wij, slimme
shoppers die we zijn, gingen alvast een dag op voorhand naar daar. Hierdoor konden
we op zaterdag vroeg uit de veren om zeker al onze souvenirs te kunnen inslaan.
Vrijdag vulden we door een meer iets boven Otavalo te bezoeken: Laguna
Cuicocha. Hier maakten we een stevig wandelingetje langs het meer. Het was weer
adembenemend blauw water. Ook de omliggende vulkanen waren mooi om naar te
kijken. De besneeuwde toppen maakten het plaatje compleet. Toch moesten we na
een paar uurtjes vluchten naar een caféetje, want er stak een hevig onweer de
kop op. Waren wij even opgelucht dat we niet op de top van de berg stonden,
maar droog in een café. ’s Avonds kropen we vroeg in bed om fris te zijn voor
de volgende dag.
Om twee uur ’s nachts werden we reeds gewekt door de kooplui
die begonnen met het opzetten van hun marktkraampjes. Vaarwel nachtrust. Maar het
gaf wel een fijn gevoel om te slapen boven de werkende Ecuadoriaanse
marktkramers. Deze geluiden maakten me zeer nieuwsgierig naar wat ik de komende
dag te zien zou krijgen op de markt.
We waren zaterdag vroeg op de markt aanwezig. Onze ogen
wisten niet waar eerst te kijken: hangmatten, dromenvangers, armbanden,
oorbellen, sjaals, fruit, lamaknuffels, dekens, kippen, sleutelhangers, noem
maar op. Alles kon je vinden. De kleurrijke textielwaren overheersten wel
duidelijk de hele markt. Het afdingen kon beginnen. Soms was het makkelijker
dan anders. maar op het einde van de dag had ieder van ons toch een goedgevulde
rugzak met souvenirs voor het thuisfront. Ja ik maak jullie nieuwsgierig hé,
dat is de bedoeling. En wees gerust, mezelf heb ik ook enkele souvenirs cadeau
gedaan.
Die avond namen we de bus terug naar Guayaquil. Aangezien we
de voorbije week steeds verder het land in gereisd waren moesten we nu een
lange busrit van 11 uur trotseren. Een babbelende/ giechelende man en een
bijna-botsing later kwamen we veilig aan in Guayaquil. Echt slapen doe je toch
niet op zo’n nachtbus dus aangekomen bij Martha kropen we nog even ons bedje
in. Lang duurden mijn dromen niet dus maakte ik me die ochtend nuttig met het
laatste handwasje dat ik zal doen hier in Ecuador. (ja het afscheid nemen
begint al, helaas.)
Het was vandaag, vijf mei, “dag van de vroedvrouw”. We konden
deze dag toch niet zomaar aan onze neus laten voorbijgaan en dus besloten we om
naar de kraamafdeling te gaan. Hier kon ik me vandaag belonen met een
bevalling. Toch een mooi pakje vind ik op deze internationale vroedvrouwendag. Ook
zat er gedurende de werkuren het volgende liedje in ons hoofd, met dank aan
Sien Verdeyen. “Feliz Obstetriz, Feliz obstetriz!”. Dit zongen we dan op de
toon van het liedje “Feliz navidad”. Martha moest er guitig om lachen.
Vanaf nu rest er mij nog maar zeven dagen Ecuador-avontuur. Ik
ga nog enkele dagen werken en nadien nog wat van het Zuid-amerikaanse zonnetje
genieten aan de kust. Wat zal het binnenkort pijn doen in mijn hartje als ik
dit prachtige land achter me moet laten. Hier zal ik dus nog niet te vaak aan
proberen te denken. En genieten is de boodschap!
Tot binnen een weekje!
Xx Ems!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten